Erfgenamen Jean-Marie Le Pen moeten 300.000 euro aan onterechte kantoorkosten terugbetalen

Stropdassen, paraplu's, flessen wijn en zelfs virtual reality-brillen... Een heel specifiek boodschappenlijstje – en niet eens uitputtend – dat Jean-Marie Le Pen tussen 2009 en 2018 tijdens zijn termijn als Europarlementariër aan het Europees Parlement heeft gefactureerd, volgens een rapport van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF). Wéér een geval van verduistering van overheidsgeld voor een partij die inmiddels bedreven is in deze tak van sport.

Deze reeks persoonlijke uitgaven was toegewezen onder "begrotingslijn 400", een lijn waarvan het gebruik strikt gereguleerd is en die moet worden gebruikt voor de operationele werking van de fractie of voor acties in het kader van de Europese Unie. Het is duidelijk dat virtual reality-brillen niet onder deze categorie vallen.

In juli 2024 informeerde de secretaris-generaal van het Europees Parlement de voormalige leider van het Front National dat hij een specifiek bedrag van € 303.200,99 moest betalen. Hoewel hij dit verzoek vóór zijn overlijden bij het Gerecht van de Europese Unie had aangevochten, zetten zijn drie dochters – Marine, Marie-Caroline en Yann – de procedure als begunstigden voort.

Het Gerecht van de Europese Unie heeft woensdag het beroep van de erfgenamen verworpen en geoordeeld dat de procedure van het Parlement niet " in strijd is met de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gerechtvaardigd vertrouwen ."

Volgens het Gerecht kan binnen twee maanden en tien dagen na de kennisgeving van de beslissing nog beroep worden aangetekend bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Volgens AFP heeft het Europees Parlement "kennis genomen" van de beslissing. Zoals het er nu voorstaat, zouden de drie dochters dus verplicht kunnen worden om de € 303.200,99 als begunstigden terug te betalen.