Selecteer taal

Dutch

Down Icon

Selecteer land

Italy

Down Icon

Andrea Long Chu tegen behulpzame recensenten

Andrea Long Chu tegen behulpzame recensenten

Foto door Olga Tutunaru op Unsplash

het boek

'Authority' is een boek dat een tegenstroom creëert en zich richt op twee met elkaar verbonden thema's: de crisis van kritiek en de crisis van autoriteit. Als we deze twee problemen met elkaar verbinden, moeten we erkennen dat de crisis van de vrije kritiek te wijten is aan het gebrek aan gezag.

Over hetzelfde onderwerp:

Op het gebied van literaire kritiek en de huidige problemen met het publiek, de identiteit en de stijl ervan, komt er ook goed nieuws uit de Verenigde Staten. Dit is een briljant, intellectueel rijk en verfijnd boek, Authority . Geschriften over gelijk hebben van Andrea Long Chu (NERO editions, pp. 325, euro 24). De auteur heeft de Pulitzerprijs voor kritiek gewonnen, dus ik ga het boek even doorbladeren om te beslissen of ik het meteen ga lezen of niet. De zaak is gunstig voor mij omdat het me meteen brengt bij een alinea die ik prachtig vind: "Voor de meeste academici – en ik spreek hier als iemand die aan het herstellen is – is academisch schrijven een professioneel, niet-literair genre, meer een juridisch betoog dan een roman. De befaamde abstractheid van wat wij 'theorie' noemen, is meestal niet het resultaat van intellectuele verfijning; vaker is het het product van iemand die het werk doet. Ik zeg dit niet om wreed te zijn, maar om te erkennen dat academici werkende mensen zijn en, net als alle andere werkende mensen, een onvervreemdbaar recht op middelmatigheid hebben" (p. 73).

Gebruikmakend van wat de Grieken parrhesia noemden, dat wil zeggen openhartigheid en vrije meningsuiting, opent de auteur een essay van twaalf pagina's waarvan de titel niet toevallig "Een klap in het gezicht" is. Deze stijl is op zichzelf al goed nieuws en een aanmoediging om de dingen te zien zoals ze zijn. Echte kritische essays, die een literair en geen professioneel genre zijn, moeten worden onderscheiden van de essays die aan universiteiten overal ter wereld worden geschreven: producten die steevast vergezeld gaan van voetnoten en eindeloze definitieve bibliografieën en die hun gezag hebben. Om literaire essays en essays van schrijvers te kunnen herkennen, is het zelfs voldoende om te kijken of er aantekeningen zijn. Alleen als de aantekeningen en andere hulpmiddelen ontbreken, wordt het als echte non-fictie beschouwd. En waarom zijn ze verdwenen? Ze ontbreken omdat de natuurlijke autoriteit, of beter gezegd het gezaghebbende karakter, van dergelijke essays uitsluitend berust op de stilistische en argumentatieve kwaliteit, en niet op het lidmaatschap van de auteur van een institutionele organisatie.

In het boek van Andrea Long Chu staan ​​twee met elkaar verbonden thema's centraal: de crisis van kritiek en autoriteit. Door deze twee thema’s of problemen met elkaar te verbinden, heeft het boek wat mij betreft doel getroffen. Als de vrije en idiosyncratische kritiek vandaag de dag in een crisis verkeert, komt dat doordat er nauwelijks, afnemende en bijna geen autoriteit meer aan wordt toegekend. Normaal gesproken krijgen literaire essays pas gehoor en krijgen ze pas gezag als de auteurs ervan al bekend zijn als romanschrijvers of dichters. Alleen in dit geval wordt de essayistische schrijver als gezaghebbend erkend. Als hij daarentegen niet meer is dan een competent lezer en schrijver van essays, dat wil zeggen een waarnemer en beoordelaar van de wereld waarin hij leeft, wordt hij alleen als gezaghebbend beschouwd als zijn schrijven op zichzelf bewonderenswaardig en verrassend is vanwege de originaliteit, de scherpzinnigheid en de ongewone manier waarop hij de waarheid vertelt of licht werpt op gewoonlijk onopgemerkte werkelijkheden.

Ik deel vrijwel geheel de vorm en het motief van Andrea Long Chu's boek, ook al beoefent hij af en toe wat ik virtuoos 'intelligentisme' zou noemen: wat misschien alleen maar een levendig, ononderbroken en angstig besef is van het tegen de stroom in zwemmen in zijn vernietiging of het op afstand houden van vele schadelijke gemeenplaatsen. Ik zal mij daarom enkel richten op de vraag naar het gezag van de kritiek in een culturele wereld die in 2000 de roman aanmoedigt als redactioneel product, boeken en dichters negeert omdat ‘ze niet verkopen’ en alleen degenen die reclame maken als nuttige critici beschouwt, terwijl zij de steeds zeldzamer wordende groep die het aandurft om de gelezen boeken te beoordelen, minachten en vrezen. De zogenaamde culturele democratisering, met de marginalisering en denigratie van de elitecultuur, opent de deur voor recensenten die uit roeping en beroep behulpzaam zijn. Volgens Andrea Long Chu zou kritiek per definitie niet alleen de artistieke waarde van teksten moeten beoordelen, maar ook de behoefte moeten voelen om een ​​sociale en culturele criticus te zijn van de contexten waarin boeken ontstaan . Hij haalt daarom Oscar Wilde aan als een goed precedent, voor wie de criticus een kunstenaar is, wiens autoriteit volledig ligt in zijn intellectuele creativiteit en individuele vrijheid. Concluderend: “Waarom vragen we van de criticus dat hij autoriteit heeft? (…) Omdat we erfgenamen zijn van een geschiedenis waarin de criticus altijd is begrepen als de incarnatie van een fundamentele politieke figuur”, die op zichzelf autoriteit kan hebben, zelfs zonder dat die autoriteit is gevestigd en gewaarborgd door een of andere institutionele macht. Het moet de autoriteit blijven van een cultureel vrij individu. Met alle risico’s van dien.

Meer over deze onderwerpen:

ilmanifesto

ilmanifesto

Vergelijkbaar nieuws

Alle nieuws
Animated ArrowAnimated ArrowAnimated Arrow