De dokters

Een paar dagen geleden berichtte La Vanguardia over de groeiende ontevredenheid onder duizenden artsen die uitsluitend in de particuliere gezondheidszorg werken. De Vakbond van Artsen (Unión Médica Profesional) hekelde met name de aanhoudende stijging van het aantal schijnzelfstandigen, dat inmiddels oploopt tot 7500. Dit brengt hen in een precaire arbeidssituatie, verergerd door hun lage inkomen. In dit verband merkte de vakbond op dat huisartsen bijvoorbeeld minder dan € 10 bruto per behandeling kunnen verdienen.
De verslechterende situatie in de gezondheidszorg, de ruggengraat van elke fatsoenlijke en ontwikkelde samenleving, is een paradigmatisch voorbeeld van de verslechterende levensomstandigheden van de middenklasse en hoe dit al geruime tijd een voedingsbodem vormt voor sociale onrust en de opkomst van politiek radicalisme. Niets wat ons vandaag de dag zo verbaast, is toeval.
Professionals in de particuliere gezondheidszorg hebben te maken met omstandigheden waarin hun werk niet erkend wordt.We zitten dus met een publieke gezondheidszorg die zeer zorgwekkende tekortkomingen vertoont, te beginnen met de eerstelijnszorg, een fundamenteel element waarop de efficiëntie en duurzaamheid van het hele systeem berust. Geconfronteerd met deze realiteit ontvluchten de middenklassen de publieke sector en kiezen steeds meer mensen met een laag inkomen ervoor om zich bij een particuliere zorgverzekeraar aan te sluiten, zelfs ten koste van hun zeer beperkte financiële middelen. En dit zorgstelsel, dat wordt vormgegeven door onderlinge verzekeringsmaatschappijen, wordt grotendeels in stand gehouden door professionals die werkomstandigheden moeten verdragen die hun werk in de verste verte niet erkennen.
Het is belangrijk om te onthouden dat artsen niet alleen de meest essentiële rol voor mens en maatschappij vervullen, maar dat ze daarvoor ook de langste universitaire opleiding en de meest intellectuele eisen nodig hebben. Dit alles om uiteindelijk een inkomen te verdienen dat hen tot een soort nieuw verlicht proletariaat maakt, vooral in grote steden waar de huizenprijzen hypotheekhouders en huurders onevenredig zwaar belasten.
Jarenlang heb ik de praktijken die nu door de Beroepsvereniging voor Artsen aan de kaak worden gesteld, aan den lijve ondervonden, en het genoemde nieuws doet me denken aan een gesprek, enige tijd geleden, met een uitstekende huisarts die zijn verontwaardiging uitte over de werkomstandigheden waaraan hij werd blootgesteld. Maar de man was ook verontwaardigd en vroeg zich af hoe het mogelijk was dat artsen in een sector als de gezondheidszorg zo weinig betaald kregen, terwijl grote investeerders enorme winsten maakten. En om hem nog woedender te maken, vertelde hij dat hij flink wat euro's had moeten uitgeven om een benefietdiner bij te wonen waarmee zijn ziekenhuisgroep maatschappelijk betrokken wilde overkomen en daar uiteraard publiekelijk erkenning voor wilde krijgen. De man wist echt waar hij het over had.
lavanguardia