Selecteer taal

Dutch

Down Icon

Selecteer land

Mexico

Down Icon

Hoe de toetreding tot de EU 40 jaar geleden Spanje naar de moderniteit katapulteerde

Hoe de toetreding tot de EU 40 jaar geleden Spanje naar de moderniteit katapulteerde

Precies veertig jaar geleden vond er een gebeurtenis plaats die de loop van de Spaanse geschiedenis voorgoed zou veranderen: het land ondertekende het Verdrag van Toetreding tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG), zoals het land toen heette, nu de Europese Unie.

Precies veertig jaar geleden, op 12 juni 1985 om precies 20.53 uur, vond er een gebeurtenis plaats die de loop van de Spaanse geschiedenis voorgoed zou veranderen: de ondertekening van het Verdrag betreffende de Toetreding van Spanje tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG), zoals het land toen heette, nu de Europese Unie.

Dit betekende een enorme verandering in de Spaanse verhoudingen met de wereld. Het betekende het einde van het isolationistische en dictatoriale verleden van het land en een wending richting democratie en moderniteit.

LEES OOK: Waarom is de symboliek van Franco nog steeds zo zichtbaar in heel Spanje?

De toetreding van Spanje tot de EU

Tijdens de Franco-dictatuur slaagde Spanje er echter wel in om enige voet aan de grond te krijgen in de internationale gemeenschap. De ondertekening van een overeenkomst in 1953 waarbij de Verenigde Staten militaire bases op Spaanse bodem zouden vestigen, verminderde het isolationisme, en ministers onder Franco beseften steeds meer dat het openstellen van het land voor buitenlandse markten noodzakelijk was en dat de EEG in die zin een voor de hand liggend doelwit leek.

De eerste deelnemers aan het Europese project hielden echter vol dat Spanje nooit volwaardig lid kon worden, tenzij het een democratie was.

In februari 1962 werd de eerste stap gezet toen Franco de EEG verzocht onderhandelingen te openen over een mogelijke toetreding van Spanje op puur economische voorwaarden. Opnieuw kreeg Spanje te horen dat economische integratie mogelijk was, maar dat politieke onderhandelingen pas konden beginnen als Spanje een democratie was geworden.

"Wat Spanje erg ten goede kwam, was dat de reactie hartelijk was", vertelde historicus en schrijver Julio Crespo MacLennan aan RTVE.es. "In de brief stond dat Spanje niet kon toetreden omdat het geen democratie was, maar dat het land wel openstond voor een commerciële relatie. Dit was een stimulans voor Spanje, omdat de reactie niet geheel negatief was."

Twee jaar later, in 1964, drong het regime opnieuw aan en stemde de EEG in met wat zij "verkennende gesprekken" noemden. Deze gesprekken culmineerden zes jaar later, in 1970, in de ondertekening van de preferentiële handelsovereenkomst, die voornamelijk bestond uit wederzijdse tariefverlagingen. De overeenkomst maakte echter opnieuw duidelijk dat dit het maximale was dat het Franco-Spanje ooit van Europa kon verwachten en dat alleen een democratische overgang de mogelijkheid van een volledig lidmaatschap zou openen.

Franco stierf op 20 november 1975 en Juan Carlos I werd staatshoofd. In slechts anderhalf jaar tijd ging Spanje van een dictatuur naar de eerste vrije verkiezingen in meer dan 40 jaar in juni 1977. De regering die uit die verkiezingen voortkwam, met Adolfo Suárez als president, maakte van de toetreding van Spanje tot de EEG een prioriteit, die inmiddels steeds meer leden telde.

Tijdens de eerste vergadering van de Raad van Ministers op 22 juli 1977 keurde de nieuwe regering het besluit goed om formeel lidmaatschap van de EEG aan te vragen, wat ditmaal een gunstig antwoord kreeg. Het aanvankelijke optimisme ebde echter weg door de economische en politieke context in Spanje in 1979 en 1980. Crises zoals de oliecrisis, de instabiliteit van de regering-Suárez, de zogenaamde "jaren van lood" door de Baskische separatisten ETA en een poging tot staatsgreep in februari 1981 vertraagden het proces, terwijl de Spaanse democratie wankelde en Europa toekeek.

Bovendien waren sommige EEG-landen, met name Frankrijk en Italië, niet happig op de toetreding van de rivaliserende Spaanse economie tot de Gemeenschap. De verkiezing van François Mitterrand tot president van Frankrijk, van christendemocraat Helmut Kohl tot bondskanselier van Duitsland, en bovenal de absolute meerderheid van Felipe González' PSOE in oktober 1982, maakten echter definitief de weg vrij voor de toetreding van Spanje tot de EEG.

In 1985 begonnen serieuze onderhandelingen over landbouw, visserij en het creëren van een speciale regeling voor de Canarische Eilanden. De overeenkomst werd op 29 maart van dat jaar afgerond, met enkele specifieke kwesties rond wijn en landbouw die nog niet waren opgelost. Later werden bilaterale gesprekken met de Fransen in juni afgerond.

De onderhandelingen werden succesvol afgerond en Spanje en Portugal werden lid van de EEG. De symbolische ondertekening van het Toetredingsverdrag, eerst in Lissabon op de ochtend van 12 juni 1985 en vervolgens in de middag in Madrid, vond plaats in het Koninklijk Paleis en werd bijgewoond door de toenmalige voorzitter van de Europese Commissie, Jacques Delors, en koning Juan Carlos I.

De tekst werd later door het Spaanse parlement geratificeerd en op 1 januari 1986 traden Spanje en Portugal officieel toe tot de EEG. Daarmee kwam een ​​einde aan meer dan acht jaar onderhandelen.

De impact op het moderne Spanje

Tijdens de ondertekeningsceremonie zei premier González: "Voor Spanje markeert deze gebeurtenis het hoogtepunt van een proces waarin we ons isolement overwinnen en deelnemen aan een gemeenschappelijk lot met de rest van de landen van West-Europa." De toetreding van Spanje tot de EEG was in veel opzichten de belangrijkste stap in de modernisering van het land en de overgang van dictatuur naar democratie.

Het betekende een opening naar Europa en de wereld na zoveel decennia van isolationisme. Sommigen zeggen dat het de belangrijkste gebeurtenis in Spanje was in de hele twintigste eeuw.

Voormalig vicevoorzitter van de Europese Commissie, Margaritis Schinas, vertelde de Spaanse staatsomroep RTVE: "Het uitgangspunt hiervoor is dat Spanje, net als mijn land, Griekenland, de toetreding zag als een winnende weddenschap op de moderniteit. Het was een historische gebeurtenis. Ik betwijfel of Spanje en Griekenland [dat in 1981 tot de EEG toetrok] in de 20e eeuw iets zo ingrijpends hebben meegemaakt als de toetreding van een perifeer land tot een centraal land."

De jaren negentig brachten dit moderniseringsproces verder vooruit, doordat Spanje aanzienlijke Europese fondsen ontving die de ontwikkeling van de infrastructuur en de modernisering van het land mogelijk maakten. In 1992 symboliseerden twee belangrijke gebeurtenissen deze sprong naar moderniteit en kondigden de komst van Spanje op het wereldtoneel aan: de Olympische Spelen van Barcelona en de Wereldtentoonstelling van Sevilla.

Openingsceremonie Olympische Spelen Barcelona 92

Het organiseren van de Olympische Zomerspelen van 1992 in Barcelona was een ander evenement dat Spanje op het wereldtoneel plaatste. (Foto door MICHEL GANGNE / AFP)

Het Verdrag van Maastricht van datzelfde jaar markeerde een beslissende stap in de richting van de oprichting van de Europese Unie en de toekomstige eenheidsmunt, de euro. Spanje is nu de vierde grootste economie in de eurozone en dankzij de sterke landbouwsector staan ​​delen van het land bekend als de 'Boomgaard van Europa'. Het is de populairste vakantiebestemming van veel lidstaten en speelt een steeds grotere politieke rol op het continent.

Sinds de toetreding tot de EU in 1986 is Spanje van een netto-ontvanger van Europese fondsen – het land ontving maximaal 0,8 procent van zijn BBP aan hulp – getransformeerd tot een land dat de afgelopen jaren netto heeft bijgedragen. Dit komt vooral doordat het land niet alle ontvangen Europese fondsen heeft gebruikt.

In 2023 droeg het meer dan € 13,5 miljard bij aan de EU-begroting en ontving het ongeveer € 12,1 miljard. Toch is het een van de grootste begunstigden van het Next Generation-fonds, met bijna € 48 miljard in 2024.

Tegelijkertijd is het Spaanse BBP aanzienlijk gegroeid: van ongeveer € 346 miljard in 1986 tot meer dan € 1,5 biljoen in 2024. Deze groei is het gevolg van een economische modernisering die deels mogelijk is gemaakt door de politieke modernisering die in eerste instantie het ECC-lidmaatschap mogelijk maakte.

LEES OOK:Waarom heet Spanje Spanje?

thelocal

thelocal

Vergelijkbaar nieuws

Alle nieuws
Animated ArrowAnimated ArrowAnimated Arrow