Hoe Spanje van plan is geplande veroudering uit te bannen

De linkse coalitieregering in Spanje wil het model van 'geplande veroudering' aanpakken. Hierbij wordt toegestaan ​​dat technologie snel verouderd of niet meer werkt, zodat gebruikers nieuwere modellen moeten kopen.

Vaak betekent dit dat oude onderdelen, zoals batterijen, niet meer worden geproduceerd. Hierdoor kunnen oudere modellen niet meer worden gerepareerd.

Het Ministerie van Consumentenzaken wil deze praktijk aan banden leggen door onder andere het repareren van elektrische apparaten tijdens de wettelijke garantieperiode te stimuleren en een onlineplatform te creëren dat toegang biedt tot betrouwbare reparatiediensten.

Het idee is om consumenten te beschermen en ze gemakkelijker toegang te geven tot reparaties, in plaats van dat ze nieuwe modellen kopen.

Het ministerie van Pablo Bustinduy van de extreemlinkse partij Sumar heeft het idee opgenomen in een wetsontwerp voor de Wet Duurzame Consumptie, dat onlangs door de Raad van Ministers is goedgekeurd.

In de tekst staan ​​verschillende maatregelen beschreven om de levensduur van elektrische apparaten te verlengen. Dit kan door reparaties tijdens de wettelijke garantieperiode aan te moedigen. Dit kan bijvoorbeeld door de garantie met een jaar te verlengen wanneer de consument bij garantie kiest voor reparatie in plaats van vervanging.

Daarnaast is de fabrikant, distributeur of importeur, indien gevestigd buiten de EU, verplicht om gedurende de eerste twee jaar na afloop van de wettelijke garantie 20 procent van de reparatiekosten te dekken.

Dit percentage wordt verlaagd naar 10 procent als er drie jaar zijn verstreken sinds het einde van de garantieperiode, en naar 5 procent in het vierde jaar.

Een ander instrument dat wordt overwogen, zijn reparatievouchers voor consumenten. Ook zijn er plannen om een ​​onlineplatform te creëren waar consumenten op een betaalbare en gratis manier contact kunnen opnemen met betrouwbare reparateurs om offertes en reparaties aan te vragen.

Het wetsontwerp moet nog aan een aantal eisen voldoen voordat het terugkeert naar La Moncloa en aan het Congres van Afgevaardigden wordt voorgelegd. Het wetsvoorstel moet eerst aan een openbare hoorzitting worden voorgelegd, zodat het maatschappelijk middenveld, waaronder consumentenorganisaties en fabrikantenverenigingen, hun bijdrage kunnen leveren.

Het zal ook worden voorgelegd aan de Raad van Consumenten en Gebruikers, het vertegenwoordigende orgaan van consumentenorganisaties. Ook zullen rapporten moeten worden opgevraagd bij instellingen zoals de Raad van State en de Economische en Sociale Raad (CES), en zullen ook de adviezen van regionale overheden worden ingewonnen.

Geraadpleegde bronnen schatten dat het ‘ongeveer zes maanden’ zal duren voordat het wetsvoorstel daadwerkelijk het Congres van Afgevaardigden bereikt.