Soort zoekt soort? Als het gaat om mentale problemen wel, zo blijkt uit onderzoek
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F09%252Fjeremy-wong-weddings-464ps_nOflw-unsplash.jpg&w=1920&q=100)
Als je mentaal niet helemaal stabiel bent, dan is het fijn om een partner te hebben die dat wél is. Toch blijkt dit in de praktijk zelden te lukken. Mensen met mentale problemen eindigen vaak met partners die exact dezelfde problemen hebben, zo toont een nieuwe grootschalige studie aan.
Voor het onderzoek, dat werd uitgevoerd door het Laureate Institute for Brain Research in Tulsa, Oklahoma, werd gekeken naar negen verschillende aandoeningen, waaronder schizofrenie, bipolaire stoornis, depressie, angststoornis, aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD), autisme, obsessief-compulsieve stoornis (OCS), middelenmisbruik en anorexia nervosa. Hierbij werden bijna 15 miljoen mensen uit Taiwan, Denemarken en Zweden onder de loep genomen.
De onderzoekers kwamen tot een bijzondere conclusie. Mensen met een psychische stoornis bleken namelijk eerder op zoek te gaan naar een partner met vergelijkbare psychische problemen dan naar een partner zonder. Deze trend was zichtbaar in alle lagen van de bevolking, ongeacht cultuur of leeftijd. Ook bleek het voor alle onderzochte aandoeningen te gelden, wat volgens onderzoekers suggereert dat mentale problematiek in veel relaties een belangrijk fundament is.
Opvallend genoeg bleken mensen met mentale problemen niet alleen op zoek te gaan naar iemand met mentale problemen, ze eindigden ook vaak met mensen die exact dezelfde mentale problemen hadden.
De onderzoekers merkten op dat de kinderen van twee ouders met dezelfde psychische aandoeningen, meer dan twee keer zoveel kans hadden om later in hun leven dezelfde stoornis te ontwikkelen, vergeleken met kinderen die slechts één ouder met mentale problematiek hadden. Dat bleek vooral te gelden voor kinderen van ouders met schizofrenie, depressie, bipolaire stoornis en middelenmisbruik: aandoeningen waarbij genetica vermoedelijk een belangrijke rol speelt.
Voor de studie werd gekeken naar mensen die geboren waren in de jaren 30 tot de jaren 90. Hoewel het om een observationele studie gaat, wat betekent dat de onderzoekers geen definitieve verklaring konden geven voor de ontwikkeling van dit patroon, zijn ze wel tot drie belangrijke verklaringen gekomen als het gaat om dit bijzondere fenomeen. De onderzoekers denken dat mensen zich vaak aangetrokken voelen tot vrienden en partners die op hen lijken omdat vergelijkbare levenservaringen een dieper begrip en empathie bevorderen. Ook is er een theorie dat koppels in de loop der tijd meer op elkaar gaan lijken, door gedeelde omgevingen: een fenomeen dat bekend staat als ‘convergentie’.
Tot slot benadrukten de onderzoekers dat het bestaande sociale stigma rondom psychische aandoeningen de datingpoule voor mensen psychiatrische stoornissen aanzienlijk kan verkleinen, wat de uiteindelijke partnerkeuze op subtiele wijze beïnvloedt.
Metro Holland