Worden patiënten die onnodig naar de spoedeisende hulp gaan of een ambulance bellen, in rekening gebracht? Er is een brief gestuurd naar het ministerie van Volksgezondheid.

• Er is een petitie ingediend bij het Ministerie van Volksgezondheid
• Dit geldt voor patiënten die zich melden bij de spoedeisende hulp of een ambulance bellen, maar die niet in een situatie verkeren waarin hun gezondheid of leven acuut in gevaar is.
• De indiener van het verzoekschrift wil dat directeuren van ziekenhuizen en spoedeisendehulpdiensten de kosten voor de verleende diensten aan deze patiënten in rekening kunnen brengen.

De spoedeisende hulpafdelingen van ziekenhuizen liggen vol met patiënten die eigenlijk niet opgenomen zouden moeten worden, omdat hun gezondheid niet in gevaar is.

Ondertussen moeten spoedeisende hulpafdelingen patiënten opnemen die in levensbedreigende situaties verkeren, ernstig gewond zijn of acute pijn op de borst hebben.

Hetzelfde geldt voor het bellen van ambulances in situaties waarin geen medische noodhulp nodig is. Patiënten bellen standaard het alarmnummer in situaties waarin ze hulp nodig hebben van hun huisarts of een kliniek.

Dit leidt tot overbelasting van de spoedeisende hulp en onnodige kosten. Daarom is er een verzoekschrift ingediend bij het Ministerie van Volksgezondheid met het verzoek om vergoeding van de kosten voor zorg aan patiënten die geen zorg op de spoedeisende hulp of via de ambulance nodig hadden.

De auteur verzoekt om wijzigingen in de Wet op de uit publieke middelen gefinancierde gezondheidszorg, die:

• zou het mogelijk maken dat directeuren van ziekenhuizen en spoedeisende hulpdiensten een vergoeding kunnen aanvragen voor alle of de helft van de kosten van diensten die zijn verleend aan patiënten die geen tussenkomst van een spoedeisende hulp of een medisch noodteam (EMT) nodig hadden,
• en zou ziekenhuisdirecteuren in staat stellen de schulden van onverzekerde patiënten af te schrijven als gevolg van moeilijke financiële, familiale of onverwachte omstandigheden.

De auteur van de petitie geeft echter geen details over de voorgestelde oplossingen en gaat niet in op de mogelijke maatschappelijke en financiële gevolgen of de mogelijke uitdagingen die daarmee gepaard gaan.

Deze petitie is op 6 juli elektronisch ingediend bij het Ministerie van Volksgezondheid en 10 dagen later gepubliceerd. Het ministerie is, ter herinnering, verplicht deze zonder onnodige vertraging te beoordelen, maar uiterlijk binnen drie maanden na indiening. Mochten zich omstandigheden voordoen, dan kan het deze termijn met nog eens drie maanden verlengen.

Auteursrechtelijk beschermd materiaal: de regels voor herdruk staan vermeld in de regelgeving .