Parlementsverkiezingen: Onthouding bereikt laagste niveau in 30 jaar

Het onthoudingspercentage bij de parlementsverkiezingen van zondag zal naar verwachting 35,62% bedragen. Dat is het laagste percentage in 30 jaar. In oktober 1995 was het nog 33,70%.

In deze cijfers zijn de kiezers die in het buitenland wonen nog niet meegerekend. Hun deelname en keuzes worden pas op 28 mei bekend.

Het onthoudingspercentage daalde bij de laatste twee parlementsverkiezingen, na een decennialange opwaartse trend. In 2019 werd het hoogste percentage sinds 1975 bereikt, namelijk 51,43%.

Het onthoudingspercentage bij de parlementsverkiezingen van 2024 bedroeg 40,16%, het laagste percentage sinds 2005, toen het 35,74% bedroeg en José Sócrates voor het eerst een absolute meerderheid voor de PS behaalde.

Bij de parlementsverkiezingen van 30 januari 2022, toen António Costa met een absolute meerderheid werd herkozen, lag het onthoudingspercentage op 48,54%. Dit was al een hogere opkomst dan bij de verkiezingen van 2019, waarin het onthoudingspercentage een recordhoogte van 51,43% bereikte en er meer niet-stemmers dan stemmers waren.

Sinds de parlementsverkiezingen van 1995, toen het onthoudingspercentage 33,70% bedroeg, is het aantal onthoudingen niet zo laag geweest als bij de stemming van zondag.

Alleen in 1980, 2002, 2005, 2022 en 2024 was er een onderbreking in het snel toenemende aantal kiezers dat sinds 25 april 1975 niet naar de stembus ging (de laagste waarde was 8,34%).