Eén op de vier mensen in Europa kan niet op vakantie

Volgens de meest recente gegevens van Eurostat kan 27% van de bevolking van de Europese Unie het zich niet veroorloven om zelfs maar een week van huis te gaan . Binnen dit plaatje valt Italië op als een van de landen met de grootste economische problemen.
Het Europees Bureau voor de Statistiek presenteert het percentage van de bevolking dat te maken krijgt met inkomensontoereikendheid als percentage, maar als we deze cijfers vergelijken met de totale EU-bevolking, komt er een nog opvallender beeld naar voren: 121,3 miljoen van de ruim 499 miljoen burgers van de Europese Unie, oftewel circa 27 procent, kunnen zich geen week vakantie veroorloven.
In Italië gaf 31,4% van de Italianen, oftewel ruim 18,5 miljoen mensen, aan dat zij tegen eind 2024 niet over de financiële middelen zouden beschikken om zeven dagen vakantie te nemen. Hoewel dit percentage nog steeds boven het EU-gemiddelde ligt, is het bemoedigend dat het is gedaald ten opzichte van vier jaar geleden.
Het hoogste percentage achterstanden is te vinden in RoemeniëVolgens gegevens van Eurostat uit 2024 beschikt 27% van de 16-plussers in de EU niet over de financiële middelen om minstens een week van huis op vakantie te gaan. Hoewel dit een verbetering van 1,5 procentpunt ten opzichte van 2023 en een aanzienlijke daling van 10,6 procentpunt ten opzichte van 2014 betekent, is het zorgwekkend dat één op de vier mensen nog steeds geen recht heeft op rust.
Landen met het hoogste percentage mensen dat niet op vakantie kan:
Roemenië: 58,6%
Griekenland: 46%
Bulgarije: 41,4%
De landen met het laagste tarief zijn:
Luxemburg: 8,9%
Zweden: 11,6%
Nederland: 13%
Het verschil in toegang tot vakantie tussen EU-landen bedraagt meer dan 45%, wat duidelijk de ongelijkheden in de mate van economisch herstel en de verschillen in socialezekerheidsstelsels aantoont.
Vakantie is geen luxe, maar een van de basisindicatoren voor het welvaartsniveau.De mogelijkheid om te rusten, naast het hebben van een baan, wordt beschouwd als een belangrijke indicator van de levensstandaard. Een week vakantie wordt door de Verenigde Naties ook erkend als een noodzakelijk onderdeel van een fatsoenlijk leven. Het ontnemen van dit recht wordt gezien als een teken van onvoldoende inkomen, werkgelegenheidsproblemen en gebrekkig sociaal beleid.
Hoewel de algehele daling van de tarieven in het afgelopen decennium een positieve trend is, blijft het risico op sociale kwetsbaarheid hoog, met name in Oost- en Zuid-Europese landen. Voor velen blijft vakantie een onbereikbaar privilege.
turizmekonomi