Dit kleine wezen met de scherpste tanden leefde miljoenen jaren geleden

Dieren die tegenwoordig bekend staan om hun krachtige kaken, zoals hyena's, krokodillen en tijgers, bieden indrukwekkende voorbeelden van bijtkracht. Maar als we vragen wie de scherpste tanden in de natuur heeft, vinden we het antwoord noch in de huidige bossen, noch in de oceanen. Om deze vraag te beantwoorden, moeten we veel verder terug in de tijd, een half miljard jaar geleden.
Kleine, palingachtige wezens, bekend als conodonten, ontstonden tijdens het Precambrium, ongeveer 500 miljoen jaar geleden, en bleven zo'n 300 miljoen jaar bestaan. Deze wezens waren slechts enkele centimeters lang en hadden geen kaken. Hun monden bevatten echter extreem dunne, harde, tandachtige structuren, "elementen" genaamd. De uiteinden van deze structuren waren slechts 2 micrometer breed, waardoor ze tot de scherpste biologische structuren behoorden die bekend zijn.
ALS NAALDEN DIE UIT DE TANDEN STEKENZoals Dr. Alistair Evans van Monash University, zoals geciteerd door Chip, opmerkte, waren deze tandachtige elementen bijna als naalden gerangschikt die uit de tand staken. Vooral bij de soort Wurmiella excavata werkten deze structuren in een messcherp patroon, waarbij ze van links naar rechts bewogen in plaats van van boven naar beneden. Volgens de onderzoekers bood dit ongewone mechanisme een unieke en effectieve manier om prooien in stukken te snijden.
In een onderzoek uit 2012, gepubliceerd in het tijdschrift "Conodont Dentology", nam paleobioloog Philip Donoghue van de Universiteit van Bristol het gebit van conodonten onder de loep. Donoghue en zijn team probeerden te begrijpen hoe deze delicate structuren functioneerden en welk eetgedrag ze vertoonden. Hun onderzoek toonde aan dat conodonten, in plaats van te kauwen zoals moderne gewervelde dieren, hun prooi in stukken sneden door zich te concentreren op de punt van elke scherpe tand. In plaats van een krachtige kaak aten ze met strategisch geplaatste, scherpgepunte tanden, waardoor ze hun prooi in dunne plakjes sneden.
Donoghue legt dit mechanisme als volgt uit: "Deze mesachtige tanden sluiten zich eerst aan de achterkant, bewegen naar voren en openen zich dan weer." Dit systeem zorgde voor een effectieve snijfunctie door de druk die in de bek werd gegenereerd naar specifieke punten op de prooi te leiden.
Een andere bevinding is dat conodonten mogelijk het vermogen bezaten om deze kleine tandstructuren, die na verloop van tijd slijten, te repareren of opnieuw te slijpen. Helaas lijkt dit vermogen niet door de evolutie aan moderne dieren te zijn doorgegeven. Onder de levende wezens van vandaag de dag zijn er veel soorten die opvallen door hun gebitsstructuur en kaakkracht. Het feit dat de scherpste bekende tandachtige structuren echter behoren tot een soort die honderden miljoenen jaren geleden leefde en nu is uitgestorven, toont eens te meer aan hoe creatief en verrassend het evolutieproces kan zijn.
Cumhuriyet