‘Aanzienlijke extra werklast’ – Hoe de zelfbeschikkingswet de Berlijnse districtskantoren tot het uiterste drijft

De Zelfbeschikkingswet is bedoeld om vrijheid te creëren. Maar de praktijk in de Berlijnse districtskantoren laat zien dat de staat de verantwoordelijkheid afschuift op overbelaste besturen.
Met de inwerkingtreding van de Wet Zelfbeschikking beloofden politici een keerpunt in de omgang met genderidentiteit. Psychologische tests en assessments behoren sinds 1 november 2024 tot het verleden. Voor het wijzigen van de geslachtsregistratie en voornaam is sindsdien een afspraak bij de burgerlijke stand voldoende. Het doel van de wetswijziging was om bureaucratische drempels voor transgender, intersekse en non-binaire personen te verminderen. Het motto is: vrijheid in plaats van rechtvaardiging.
In de praktijk betekent de vrijheid van de één echter ook aanzienlijk extra werk voor de ander, in dit geval: de verantwoordelijke autoriteiten. Na bijna een jaar trekken de Berlijnse districtskantoren een ontnuchterende conclusie. Elf van de twaalf districtskantoren verstrekten informatie aan de Berliner Zeitung – over cijfers, genderspecifieke trends en veranderende processen. Hun antwoorden roepen een fundamentele vraag op: schept de Zelfbeschikkingswet werkelijk orde, of creëert ze slechts nieuwe bouwplaatsen zonder hulpmiddelen voor de toch al overbelaste kantoren?
Bijna een jaar geleden verzamelden activisten en sympathisanten van de queergemeenschap zich bij de Brandenburger Tor. Niet om te demonstreren, maar om te vieren. De "Wet op de Zelfbeschikking met Betrekking tot Geslachtsregistratie" (SBGG) was geen fel bediscussieerd idee meer. Op deze dag, begin november 2024, werd de vorige Transgenderwet (TSG) uit 1981 vervangen door de Zelfbeschikkingswet. Een "verouderde" wet die door delen van de queergemeenschap als machteloos en vernederend werd ervaren.
Kritische stemmen die waarschuwen voor een toename van gewelddadigheden in zogenaamde veilige ruimtes – kleedkamers, vrouwenopvangcentra, sauna's – zijn sindsdien verstomd of nauwelijks hoorbaar. Sindsdien hanteren alle Berlijnse burgerlijke stand een nieuwe lijst: die van naams- en geslachtswijzigingen. Een eerste blik op de cijfers die alle districtskantoren, met uitzondering van Spandau, aan de Berliner Zeitung hebben gepresenteerd, is duidelijk: de wet wordt toegepast. En actief.
Het aantal aanvragen voor geslachtsverandering loopt in bijna alle stadsdelen in de driecijferige getallen. Bijzonder hoge aantallen werden gemeld in Neukölln met 427 aanvragen, Friedrichshain-Kreuzberg met 339, Tempelhof-Schöneberg met 336, Charlottenburg-Wilmersdorf met 326 en Pankow met ongeveer 360 aanvragen. Minder aanvragen werden geregistreerd in Treptow-Köpenick (237) en Reinickendorf (109). Het percentage daadwerkelijk uitgevoerde veranderingen varieert tussen de 80 en 90 procent, afhankelijk van de status van de ingreep.
Er is geen eenduidig beeld wat betreft de verdeling van aanvragen voor specifieke geslachtsveranderingen. In de meeste districten wordt geen onderscheid gemaakt tussen man en vrouw, maar tussen binair en non-binair.

Deze laatste term verwijst naar iedereen die zich noch duidelijk als man noch als vrouw identificeert, of die deze categorieën bewust afwijst. Non-binair is geen duidelijk gedefinieerd 'derde geslacht', maar eerder een overkoepelende term voor diverse identiteiten. Sommigen beschouwen zichzelf als genderfluïde, wat betekent dat hun genderidentiteit fluctueert. Anderen beschrijven zichzelf als agender – zonder enige binding met een gender. Dit omvat ook degenen die zich tussen de genders identificeren of hun eigen termen gebruiken.
De Zelfbeschikkingswet houdt rekening met deze ontwikkeling, bijvoorbeeld door individuen toe te staan hun geslacht te verwijderen of zich te registreren als 'divers'. Het binaire model daarentegen is gebaseerd op de klassieke indeling in 'mannelijk' en 'vrouwelijk'. Transgenders die bijvoorbeeld van vrouw naar man veranderen of vice versa, kunnen zich ook als binair identificeren als ze zich duidelijk identificeren als behorend tot een van deze twee geslachten.
De geslachtsverandering van vrouwelijk naar mannelijk overheerstOpvallend is echter dat het aandeel vrouwen dat hun geslachtsaanduiding verandert naar "mannelijk" overheerst. In Charlottenburg-Wilmersdorf is er een "duidelijk waarneembare trend" naar meer aanvragen van vrouw naar man. In Tempelhof-Schöneberg had twee derde van de aangiften betrekking op binaire veranderingen, een derde op "diversiteit" of verwijdering van de vermelding.
Reinickendorf meldt 40 wijzigingen van vrouw naar man, 25 van man naar vrouw, en daarnaast nog meer verklaringen van "divers" of geen vermelding. Bij de burgerlijke stand van Lichtenberg ligt het aantal mensen dat hun geslachtsvermelding heeft gewijzigd naar "divers" of heeft verzocht om verwijdering ervan op 107 – aanzienlijk boven het gemiddelde in vergelijking met andere districten.
Vragen over naamkeuze en mogelijke afwijzingen worden door bijna alle districten met een volmondig "nee" beantwoord. Extreme gevallen zoals in Hessen, waar aanvragen werden ingediend voor de voornamen "Pudding" of "Diamond Caramel", komen in Berlijn niet voor. Het districtskantoor Neukölln verklaart het soepele naamswijzigingsproces door het feit dat er vooraf overleg plaatsvond: "Daarom werden alle voornamen goedgekeurd." Alleen Charlottenburg-Wilmersdorf spreekt vaag over "het verduidelijken van enkele procedures". Details worden niet verstrekt. Vrijwel unaniem melden de districten een aanzienlijke toename van de werklast. Dit komt niet door de technische complexiteit van de procedures, maar door de bijkomende omstandigheden: overleg, softwaretekortkomingen, deadlinebewaking en onduidelijkheden. Het districtskantoor Tempelhof-Schöneberg somt de extra taken op: "Advies over de procedure telefonisch, ter plaatse of per e-mail, het verwerken van de aanvraag voor een afspraak, intern collegiaal overleg bij onduidelijke gevallen, onderzoek naar de gewenste voornamen en meldingen aan andere instanties."
Bijzonder problematisch is dat veel softwaresystemen, zoals de gespecialiseerde AutiSta-procedure, niet bruikbaar zijn voor de nieuwe procedures. Daarom moet in Reinickendorf alles "handmatig worden vastgelegd en op papier worden afgedrukt".
Ondanks personeelstekorten werden nieuwe afdelingen opgerichtOok het districtskantoor Treptow-Köpenick meldt dat de wettelijk verplichte termijn van drie maanden de werklast voor het personeel heeft verhoogd. In Charlottenburg-Wilmersdorf is er sprake van een "toegenomen behoefte aan coördinatie" onder de medewerkers. Het districtskantoor Mitte noemt als reden voor de noodzaak van intensief overleg: "De interpretatierichtlijnen van de betrokken federale ministeries moesten eerst worden afgestemd op de praktijk."
De afhandeling van de Wet op de zelfbeschikking verschilt per gemeente. In Neukölln zijn, ondanks een personeelstekort, intensieve voorbereidingen getroffen voor de overgang: "Er is een extra afdeling bij de burgerlijke stand opgericht die zich specifiek bezighoudt met 'speciale verklaringen'. Er zijn echter geen extra functies voor dit doel gecreëerd." In Steglitz-Zehlendorf leidde de nieuwe dienst tot "langere verwerkingstijden voor andere diensten", terwijl in Pankow de extra werklast "aanzienlijk is in vergelijking met andere naamsverklaringen".
Hoe helder de wet ook geformuleerd is voor aanvragers, er blijven veel onduidelijkheden bestaan in de dagelijkse administratieve processen. Een centraal probleem is structureel: het gebrek aan digitalisering. Veel procedures worden of moeten op papier worden uitgevoerd, ook al is de wet pas vorig jaar ingevoerd. De reden: de "passende software" ontbreekt.
Wat gaat er nu gebeuren? Blijft alles bij het oude, ondanks de toenemende druk? Op dit moment zijn deze vragen slechts gedeeltelijk te beantwoorden. Een uitgebreide evaluatie van de Zelfbeschikkingswet loopt nog. Het regeerakkoord tussen de rood-zwarte federale regering voorziet in een eerste evaluatie vóór 31 juli 2026. In de evaluatie worden onder andere de impact op kinderen en jongeren, de geschiktheid van de termijnen en de bescherming van vrouwen in gevoelige sectoren onderzocht. Bovendien vereist de wet zelf uiterlijk eind 2029 een verdere evaluatie. De focus ligt op de vraag of de procedure eenvoudig, onbureaucratisch en praktisch is.
Het Federale Ministerie van Gezinszaken heeft op verzoek verklaard dat de federale overheid momenteel niet kan kwantificeren hoeveel mensen tot nu toe gebruik hebben gemaakt van de nieuwe zelfbeschikkingswet. Momenteel wordt aangenomen dat het aantal aanvragen dat jaarlijks landelijk wordt geraamd in de memorie van toelichting bij de wet realistisch is. Deze schatting lijkt, gezien de huidige cijfers van de Berlijnse districtskantoren, aanzienlijk te zijn onderschat. Ondanks alle onzekerheid die er na een jaar na de wijziging nog steeds bestaat, is één ding zeker: de implementatie ervan legt een al lang bestaand probleem bloot. Het gemeentebestuur wordt aan zijn lot overgelaten: zonder voldoende personeel, zonder digitale infrastructuur, zonder centrale coördinatie. De gevolgen: aanzienlijke extra werklast, onduidelijke procedures en een gebrek aan informatie. De burgerlijke stand reageert pragmatisch, betrokken en professioneel. Maar hun inspanningen alleen zullen op de lange termijn niet voldoende zijn. Als zelfbeschikking politiek gewenst is, moeten ook de bestuurlijke voorwaarden daarvoor worden gecreëerd. Anders gaat de vrijheid van één persoon ten koste van een systeem dat toch al op instorten staat.
(Alle cijfers en citaten zijn afkomstig uit reacties van de Berlijnse districtskantoren op een schriftelijke vraag van de Berliner Zeitung, per juli 2025.)
Berliner-zeitung