Werkgeversorganisaties | Langdurige zorgverzekering: Hypotheek of verkoop uw huis indien nodig
Wie naar het ziekenhuis moet, hoeft de behandeling niet zelf te betalen; dat is gedekt door de zorgverzekering. Wie zorg nodig heeft, moet daarentegen vaak zelf aanzienlijke kosten dragen; voor klinische zorg bedragen de gemiddelde kosten € 3.100 per maand. Dit komt doordat de langdurige zorgverzekering slechts een deel van de noodzakelijke zorg dekt. Veel ouderen komen daardoor in financiële problemen , en ook hun mantelzorgers lopen een bijzonder groot risico op armoede en zien vaak af van professionele ondersteuning vanwege de eigen bijdragen. Maar vanuit het perspectief van de Duitse werkgeverskoepel is de sociale bescherming nog veel te genereus: de Duitse werkgeversbond (BDA) eist dat politici de uitkeringen van de sociale langdurige zorgverzekering radicaal inperken. Indien nodig zouden mensen die zorg nodig hebben zelfs hun huis moeten verhypothekeren of verkopen om hun zorg te kunnen betalen. De zwart-rode coalitie heeft belangrijke eisen van de werkgevers al overgenomen en overweegt nu om de financiële steun volledig te schrappen.
De coalitieregering is overeengekomen dat een federale en deelstaatwerkgroep voorstellen moet indienen voor hervorming van de verpleegzorg. De werkgroep is in juli met haar werkzaamheden begonnen. De Duitse Werkgeversbond (BDA) heeft van deze gelegenheid gebruikgemaakt om haar eisen te presenteren in een document van twaalf pagina's . Het overkoepelende doel van de werkgevers is om de totale socialezekerheidsbijdragen die werknemers en bedrijven betalen te verlagen van het huidige niveau van iets minder dan 42 procent naar minder dan 40 procent van het brutoloon. Deze bijdragen moeten vervolgens permanent op dit niveau worden gemaximeerd. Om dit te bereiken, eist de overkoepelende werkgeversvereniging drastische bezuinigingen op de ondersteuning van de verpleegzorg voor ouderen. Vier voorbeelden:
– In het eerste jaar dat iemand zorg nodig heeft, mag de langdurige zorgverzekering nog geen "trapsgewijs opgebouwde uitkering op basis van de benodigde zorg" bieden, aldus de BDA. Gedurende deze "wachttijd" moeten mensen hun zorg dus zelf betalen. Wie dat niet kan, kan een particuliere verzekering afsluiten of een aanvraag indienen voor een bijstandsuitkering, aldus de BDA. Desgevraagd gaf de BDA geen antwoord op de vraag wat de trapsgewijs opgebouwde uitkering inhoudt, bijvoorbeeld of bijzonder kwetsbare mensen korter dan een jaar geen hulp mogen krijgen.
– Zorgbehoevenden die thuis wonen, hebben momenteel recht op een 'ondersteuningsuitkering' van € 131 per maand. Deze uitkering kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor huishoudelijke hulp om familieleden te ontlasten. De BDA pleit voor afschaffing van dit bedrag.
– Zorgbehoevende mensen die in een verpleeghuis wonen, betalen momenteel gemiddeld zo'n € 3.100 per maand uit eigen zak, waarvan ongeveer € 1.580 voor zorg. Volgens de Federatie van Duitse Verenigingen (BDA) zullen zij in de toekomst met nog hogere kosten te maken krijgen: de "uitkeringstoeslag" van de langdurige zorgverzekering zal "geconcentreerd" worden op mensen die langer dan twee jaar in het verpleeghuis wonen. Desgevraagd weigerde de BDA ook commentaar te geven op de vraag of deze subsidie in de eerste twee jaar volledig wordt afgeschaft of verlaagd. Momenteel bedraagt de subsidie in het tweede jaar gemiddeld € 528 per maand.
Een "duurzaamheidsfactor" is bedoeld om de verzekeringsuitkeringen te beperken als het aantal zorgbehoevenden sneller stijgt dan het aantal zorgbehoevenden – wat het geval zal zijn. Dit zou zeker leiden tot aanzienlijke bezuinigingen, zegt gezondheidseconoom Heinz Rothgang van de Universiteit Bremen in "nd.DieWoche". De misschien wel meest deskundige verpleegkundig expert noemt de standpunten van de BDA daarom een "frontale aanval" op de zorgverzekering voor verpleegkundigen.
Een derde van de bewoners van verpleeghuizen is al afhankelijk van sociale bijstand. Als het voorstel van de BDA wordt aangenomen, zal dit aantal verder stijgen, benadrukt Rothgang. "De verzekering voor langdurige zorg is ingevoerd om zorggerelateerde verarming te voorkomen – het voorstel van de BDA bereikt precies het tegenovergestelde", bekritiseert hij. Bovendien zou de wachttijd familieleden dwingen om nog meer zorg te verlenen, wat de last zou verhogen. Uiteindelijk komen de eisen van de BDA neer op een beleid dat is gericht op het Angelsaksische verzorgingsstaatmodel in de zorgverlening, dat slechts een minimum bestaansminimum garandeert voor de getroffenen.
Sterker nog, het standpunt wijst precies in deze richting. De BDA schrijft: Om ervoor te zorgen dat de verzekering voor langdurige zorg financieel haalbaar blijft, mag verwacht worden dat zorgbehoevenden in eerste instantie hun eigen inkomen en vermogen gebruiken om de zorg te bekostigen. Pas na verloop van tijd zal de verzekeraar ingrijpen. De verzekeraar vereist expliciet dat ouderen "indien nodig" hun appartement of woning hypothekeren of verkopen om de hulp te financieren. Uiteindelijk zouden ze een verblijfsrecht kunnen verkrijgen, aldus de BDA. Of dit ook aan de partner moet worden toegekend als de man naar een verpleeghuis moet, blijft de vraag.
En welke financiële middelen zouden zorgbehoevenden en hun partners over moeten houden? Een indirect antwoord op deze vraag wordt gegeven door een rapport van het werkgeversvriendelijke Instituut voor de Duitse Economie (IW), waarnaar de BDA verwijst. Het rapport schat hoeveel gepensioneerde huishoudens de huidige zorgkosten zouden kunnen dekken met hun eigen inkomen en vermogen als een gezinslid naar een verpleeghuis zou gaan. De aannames zijn cruciaal: het scenario van de studie gaat ervan uit dat de thuiswonende persoon een inkomen mag behouden dat net boven de bijstandsuitkering ligt. Verpleeghuisbewoners krijgen "zakgeld". Al het andere zou beschikbaar moeten zijn voor zorg. Daarnaast wordt uitgegaan van een "beschermd vermogen" van € 10.000 per persoon, dat eveneens gebaseerd is op de bijstandsregeling. Alle andere middelen zijn in het model ook beschikbaar voor zorgkosten. De auteurs gaan ervan uit dat de eigen woning of het appartement indien nodig wordt verkocht.
In zijn model gaat de IW ervan uit dat de partner van een zorgbehoevende slechts net boven de bijstandsgrens mag blijven. Volgens het rapport zou, uitgaande van deze veronderstelling, in 2023 ongeveer 71 procent van alle huishoudens met een pensioen de kosten van klinische zorg voor één gezinslid gedurende twee jaar kunnen dekken. De berekeningen zijn gebaseerd op de bedragen die zorgbehoevende personen destijds daadwerkelijk zelf moesten betalen. De BDA gebruikt deze uitkomst vervolgens als argument dat mensen nog meer kosten zelf kunnen dekken.
De BDA baseert zich daarom op een modelberekening waarbij zorgbehoevenden en hun partners zouden moeten betalen totdat ze verarmd zijn en net boven het bestaansminimum zitten. Net daarboven, want volgens het rapport is het de bedoeling om te voorkomen dat mensen een beroep doen op de bijstand, omdat dat de staat opnieuw geld zou kosten.
Kritiek op het ‘beschermen’ van inkomenDe BDA (Vereniging van Duitse Professionals) probeert de sociale zekerheid voor ouderen af te schilderen als insubordinatie. Ze bekritiseert het feit dat de aanvullende verzekering voor langdurige zorg voor verpleeghuisbewoners momenteel "primair dient ter bescherming van het inkomen en vermogen van de getroffenen, en daarmee hun nalatenschap". Deze uitspraak is in twee opzichten opmerkelijk:
Ten eerste komen werkgevers aan het woord die anders pleiten voor bescherming van hoge inkomens en vermogens: zij verzetten zich tegen een vermogensbelasting, hogere belasting op grote erfenissen, afschaffing van de solidariteitsbelasting voor mensen met een hoog inkomen en lagere vennootschapsbelasting. Grote inkomens en vermogens moeten beschermd worden, maar niet het huis van oma en het pensioen van opa.
Ten tweede vallen werkgevers daarmee een principe van de Duitse verzorgingsstaat aan: die is bedoeld om kleine en middelgrote inkomens te beschermen tegen sociale risico's, en hen zo te "beschermen". Duitsland wordt beschouwd als het prototype van een "conservatieve verzorgingsstaat", legt onderzoeker Rothgang uit: "De verzorgingsstaat is gericht op het waarborgen van de levensstandaard. De maatschappelijke positie die werknemers hebben verworven, moet worden beschermd tegen de wisselvalligheden van het leven. Overheden hebben dit idee al op veel manieren afgezwakt, maar het is nog steeds terug te vinden in de sociale voorzieningen: pensioenen en werkloosheidsuitkeringen zijn gebaseerd op het individuele loon, de ziektekostenverzekering dekt dure behandelingen en de ziektekostenverzekering is ook loonafhankelijk. Een verzekering voor langdurige zorg is al enigszins ongebruikelijk omdat deze slechts beperkte bescherming biedt. Maar zelfs dit is te veel voor de BDA.
»Strikte richtlijnen onnodig opgelegd«De zwart-rode coalitie wil ook een einde maken aan "de stijgende uitgavendynamiek" in de langdurige zorgverzekering, ondanks het toenemende aantal hulpbehoevenden. Dit maakt bezuinigingen waarschijnlijk. De werkgroep van de deelstaten en de deelstaten zou ook "duurzaamheidsfactoren" in het algemeen moeten onderzoeken. Een voorbeeld hiervan is de wachttijd, waar ook de BDA om vraagt. Als de zwart-rode coalitie dit daadwerkelijk goedkeurt, zou het waarschijnlijk de eerste keer zijn sinds de invoering van de langdurige zorgverzekering 30 jaar geleden dat de bijstand volledig wordt bezuinigd.
De coalitie zet de druk om kosten te besparen al hoog op. Zo heeft de overheid dit jaar slechts € 0,5 miljard toegekend aan de zorgverzekering – zij het in de vorm van een lening die moet worden terugbetaald. Het staat echter vast dat de federale overheid de zorgverzekering nog steeds moet vergoeden voor kosten die tijdens de pandemie zijn gemaakt en die niets met zorg te maken hebben, benadrukt Rothgang. De GKV-Spitzenverband (Landelijke Vereniging van Wettelijke Ziekenfondsen), die ook de fondsen voor langdurige zorg vertegenwoordigt, schat het bedrag dat de federale overheid nog moet betalen op € 5,2 miljard. Dat is veel geld voor de zorgverzekering: vorig jaar werd er in totaal € 64 miljard geïnd. De GKV-Spitzenverband (Landelijke Vereniging van Wettelijke Ziekenfondsen) eist ook dat de federale overheid de pensioenpremies voor mantelzorgers, die onlangs in totaal € 4,5 miljard per jaar bedroegen, permanent betaalt.
"Door de schuldenrem af te schaffen, heeft de overheid zichzelf enorm veel ademruimte gegeven", zegt econoom Rothgang. "Toch heeft het ministerie van Financiën onnodig strenge eisen gesteld aan de verzekering voor langdurige zorg – juist hier, waar de crisis woedt. Dat had ik niet verwacht."
Voor Rothgang zijn de huidige voordelen van een verzekering voor langdurige zorg duidelijk onvoldoende. De hoge eigen bijdragen voor klinische zorg zijn daar slechts een voorbeeld van. Hij berekende onlangs in een studie hoe een verzekering voor langdurige zorg alle kosten zou kunnen dekken en mensen zo meer bescherming zou kunnen bieden (zie infokader). De studie toont aan dat er alternatieven zijn voor bezuinigingen die nadelig zijn voor ouderen, die zich nauwelijks kunnen verdedigen.
De "nd.Genossenschaft" is van degenen die haar lezen en schrijven. Met hun bijdragen zorgen zij ervoor dat onze journalistiek voor iedereen toegankelijk blijft – zonder mediaconglomeraat, miljardair of betaalmuur.
Dankzij uw steun kunnen wij:
→ onafhankelijk en kritisch rapporteren → over het hoofd geziene onderwerpen onder de aandacht brengen → gemarginaliseerde stemmen een platform geven → misinformatie tegengaan
→ linkse debatten initiëren en ontwikkelen
Door een vrijwillige bijdrage te doen of een aandeel in de coöperatie te kopen, kunt u een verschil maken. U helpt deze krant levend te houden. Zodat nd.blijft.
nd-aktuell