"Een nieuw tijdperk voor de spoorwegen": de Britse regering nationaliseert opnieuw een eerste spoorweggroep

Een keerpunt voor de Britse spoorwegen. South Western Railway, een spoorwegmaatschappij die actief is in het zuidwesten van Engeland, was zondag het eerste bedrijf dat weer in staatshanden kwam als onderdeel van het streven van de Britse Labour-regering om het spoor weer te nationaliseren.

"Dit is een nieuw tijdperk voor het spoor", aldus het ministerie van Transport in een persbericht. "We gaan afscheid nemen van 30 jaar inefficiëntie, verspilling en frustratie bij reizigers", zei minister Heidi Alexander deze week tijdens een bezoek aan een treinstation in Zuid-Engeland. "Wij gaan vol vertrouwen op weg naar een nieuwe toekomst voor de spoorwegen."

Halverwege de jaren negentig werd onder premier John Major de privatisering van spoorwegmaatschappijen doorgevoerd . Daarmee werd het liberale beleid van Margaret Thatcher uit de jaren tachtig voortgezet. Ondanks de beloften van betere dienstverlening, meer investeringen en lagere overheidsuitgaven, was het project zeer onpopulair en werd het veroordeeld door vakbonden, de oppositie, sommige conservatieven en een groot deel van de bevolking. Het aantal passagiers nam aanvankelijk toe en ook de investeringen namen toe.

Maar een ontsporing door microscheuren in de rails, waarbij in 2000 vier mensen omkwamen, schokte de publieke opinie enorm. Ook zijn er steeds meer annuleringen en vertragingen, en klagen passagiers over de prijzen.

Lees ook

Het spoorwegnet is inmiddels weer openbaar en wordt beheerd door het bedrijf Network Rail. Vier van de veertien exploitanten in Engeland zijn de afgelopen jaren al onder overheidstoezicht komen te staan ​​vanwege hun slechte prestaties. Het idee was om ze vervolgens tijdelijk te beheren en ze daarna weer in de particuliere sector te stoppen.

De Labour-meerderheid, die sinds juli aan de macht is, keurde eind november een wet goed die de nationalisatie van particuliere spoorwegmaatschappijen aan het einde van hun contract - of zelfs eerder in geval van wanbeheer - vereist om ze te groeperen in een organisatie met de naam "Great British Railways" . Volgens de overheid kan door te wachten tot de contracten aflopen, voorkomen worden dat er compensatie betaald moet worden aan de huidige exploitanten. Ze verlopen allemaal in 2027.

De vakbonden in de sector, die de afgelopen jaren onder druk van de koopkrachtcrisis als gevolg van inflatie een stakingsgolf hebben georganiseerd, verwelkomden de overname door de staat. "Iedereen in de spoorwegsector weet dat privatisering […] niet heeft gewerkt en nog steeds niet werkt", aldus Mick Whelan, algemeen secretaris van de machinistenvakbond Aslef, in donderdag vrijgegeven verklaringen.

Door deze bedrijven weer onder overheidshanden te brengen "zorgen we ervoor dat de dienstverlening wordt uitgevoerd in het belang van de reizigers, niet in het belang van de aandeelhouders". Minister Heidi Alexander waarschuwde echter dat het oplossen van "de structurele problemen die het spoorwegnet belemmeren [...] tijd zal kosten" . De overheid maakte in december bekend dat South Western Railway het eerste bedrijf zou zijn dat getroffen zou worden. Op 20 juli volgt het bedrijf “c2c” en op 12 oktober “Greater Anglia”.