Donatella Di Pietrantonio schrijft een roman over de stilte in de gemeenschap na een misdaad.

De COVID-pandemie breekt uit en Amanda keert terug naar het huis van haar moeder in een dorp in Abruzzo. Hij is veranderd en het enthousiasme waarmee hij in Milaan ging studeren is verdwenen. Hij spreekt nauwelijks en zijn moeder, Lucia, lijdt eronder.
“Het verlaten of terugkeren uit een kleine provinciestad is een van de onderwerpen die veel mensen die in het binnenland wonen zich op een gegeven moment afvragen”, zegt Donatella Di Pietrantonio (Arsita, Italië, 1962) over het begin van The Fragile Age (Duomo/Edicions 62, Strega 2024-prijs), en voegt eraan toe dat “de meeste mensen willen vertrekken, maar sommigen passen niet in de grote stad en keren, net als Amanda, terug om daarbinnen naar antwoorden te zoeken.” De schrijver heeft geen oplossing, want "de revolutionaire handeling van literatuur is nu juist het vinden van de vragen, zelfs de meest ongemakkelijke."
Met Amanda's terugkeer kan de verteller "het verleden blootleggen dat niemand bij naam wilde noemen, de stilte die een hele gemeenschap in stand hield over een gebeurtenis die onvoorstelbaar werd geacht en die plaatsvond op die berg: een dubbele vrouwenmoord en een overlevende." Dit collectieve trauma in een idyllische omgeving – een waargebeurd verhaal dat zich in 1997 in de regio van de auteur afspeelde – ‘toonde niet alleen aan dat deze plek van ons niet veilig was, maar dat er geen plek ter wereld is die echt veilig is voor vrouwen.’
Lees ookEen ander centraal thema is de intergenerationele relatie tussen grootvader, moeder en dochter: "Ik wilde laten zien hoe deze kleine gemeenschap van boeren en herders in drie generaties van een bijna primitieve, bijna voorouderlijke toestand naar de moderniteit gaat. Ze probeert haar landelijke afkomst te verhullen en te verbergen, te beginnen met het dialect, voor de wereld buiten haar zeer besloten, zeer kleine vallei, die zo dichtbij haar ligt. Het is natuurlijk ook mijn verhaal. Ze wil zich bevrijden van die zeer landelijke wereld, maar ze blijft gevangen tussen haar vader en haar dochter, zoals zoveel vrouwen van middelbare leeftijd overkomt, maar wanneer een lichaam zoveel spanningen van tegengestelde richtingen ontvangt, kan het breken."
In het verhaal vindt de misdaad plaats op een camping waarvan Lucia het land in bezit krijgt: "Dit land vertegenwoordigt dat trauma, dat persoonlijk, familiegericht en gedeeld was door de hele gemeenschap, maar nog niet verwerkt is. Omdat de gemeenschap dat verleden niet heeft verwoord, raakt de camping in verval en wordt er vandalisme gepleegd, en uiteindelijk zal de derde generatie – die van Amanda, de minst betrokkene – de toekomst moeten bepalen, aangezien noch haar grootvader, noch haar moeder kunnen beslissen over een toekomst van verandering en transformatie."

Donatella Di Pietrantonio
Ana JiménezIn een andere plotwending wordt het land het object van begeerte voor een hotelgroep, maar wat het precies bereikt, is dat het de lokale bevolking mobiliseert: "Italië, en mijn regio in het bijzonder, ervaart dit intense conflict tussen het openstellen voor toerisme, dat al snel massaal wordt, en het proberen te beschermen van een gebied dat kwetsbaar is, zoals de menselijke personages in de roman. Het feit dat dit einde open is gelaten, is symptomatisch en onthullend dat we geen oplossing hebben gevonden en heen en weer slingeren tussen twee polen: verborgen blijven op deze kostbare plekken die niemand anders dan wij kent en het gebied beschermen, of ons openstellen voor dit toerisme dat rijkdom zou kunnen brengen, maar wat het zal doen is het gebied blootstellen aan ernstige gevaren." "We willen langzaam, kwalitatief toerisme dat de plekken en het milieu respecteert, maar het is erg moeilijk om dat evenwicht te vinden", benadrukt de schrijver.
Di Pietrantonio portretteert een onzekere moeder, met een sterk schuldgevoel "dat een oppervlakkige en een verborgen oorzaak heeft", verzekert ze: "Het oppervlakkige zou te maken kunnen hebben met het feit dat ze op de dag van de misdaad naar de kust was gegaan en haar vriendin Doralice niet had uitgenodigd. Zij leed onder het trauma, ook al overleefde ze het. Maar Lucia deed het niet expres, dus zelfs als ze zich schuldig voelt, is dat niet terecht. Maar wat is dan dat diepe schuldgevoel dat ze heeft? Nou, ze schaamde zich voor Doralice omdat ze dialect spreekt, niet kan zwemmen, onhandig is en ze wil het etiket van dorpsmeisje, dochter van een boerendochter, van zich afschudden." De schrijver herinnert zich namelijk dat "de politieke eenwording van Italië niet overeenkwam met een echte eenwording, hoewel het Italiaans als nationale taal dat wel doet lijken. Daaronder liggen de dialecten, die talrijk zijn en vaak zeer verschillend, en dat heeft gevolgen, want van degenen onder ons die in het binnenland geboren zijn, werd verwacht dat ze Italiaans zouden beheersen, maar thuis, bij onze families, in de dorpen, spraken we alleen dialect, omdat onze ouders, vanwege hun lage opleidingsniveau, geen Italiaans spraken. Dus voor mij, net als voor Lucia of Doralice in de roman, was de moedertaal, de taal die in het gezin werd gesproken, een taal van schaamte, ook al ben ik volledig tweetalig en heb ik een sterke band met mijn geboortestreek behouden." "Tegenwoordig", vervolgt de auteur, "genereren sommige dialecten in Italië een hoge literaire status, met een geschreven en literaire vorm, maar andere dialecten niet, omdat ze door een paar duizend mensen worden gesproken en zeer lokaal zijn, zonder uitwisseling met de buitenwereld. Bovendien, en parallel daaraan, verdwijnen dialecten naarmate de bevolking in het binnenland afneemt."
lavanguardia