Selecteer taal

Dutch

Down Icon

Selecteer land

Mexico

Down Icon

De banken op Wall Street voorspellen een dalende inflatie tot aan de verkiezingen en benadrukken het macro-economische beleid van Javier Milei.

De banken op Wall Street voorspellen een dalende inflatie tot aan de verkiezingen en benadrukken het macro-economische beleid van Javier Milei.

Volgens schattingen van grote investeringsbanken van Wall Street en lokale adviesbureaus zou de desinflatie die in april werd waargenomen, de komende maanden verder kunnen toenemen. De voorspellingen ondersteunen het optimisme van het economische team onder leiding van Luis Caputo , na de inflatie van 2,8% van vorige maand, en bevestigen dat het nieuwe macro-economische regime een zichtbaar effect heeft op de prijzen.

JP Morgan, Morgan Stanley, Goldman Sachs en diverse particuliere bedrijven waren het erover eens dat wisselkoersstabiliteit, gecontroleerd zwevende wisselkoersen en het beleid van nultekort als inflatoire ankers fungeren. Op korte termijn verwachten ze een dalende trend, waardoor de inflatie vóór de verkiezingen onder de 2% per maand zou kunnen komen.

Internationale banken beschouwen de gegevens van april als een succes. Morgan Stanley benadrukte dat het cijfer lager was dan de marktverwachting (die 3,2% voorspelde) en benadrukte de kracht van de wisselkoers. JP Morgan was nog duidelijker: het noemde de uitkomst "het eerste concrete succes" van het Milei-plan en stelde dat er geen sprake was van noemenswaardig inflatoir effect, ondanks de eenmaking van de wisselkoersen, het einde van de kruipende koppeling en de afschaffing van kapitaalcontroles voor individuen.

Het agentschap beschreef het scenario als een 'oversteek van de Rubicon' en voorspelde dat de maandelijkse inflatie in de komende maanden zal dalen tot 2% en dat deze grens zelfs in het derde kwartaal van het jaar kan worden overschreden.

Voor Goldman Sachs is het huidige proces zelfs robuuster dan het proces dat in de jaren negentig werd geïmplementeerd tijdens Convertibility. De organisatie stelde dat de macro-economische orde die bereikt werd zonder toevlucht te nemen tot een vaste wisselkoers of een traditioneel stabilisatieplan, een verdienste is van het huidige programma, dat beter verenigbaar is met de valutaconcurrentie.

In dit verband werd ook de rol van het begrotingsoverschot en de nuluitstoot als pijlers van een nieuw relatief prijskader benadrukt.

Lokale merken zoals LCG, Econviews, Equilibra, Eco Go en FMyA zagen wekelijkse prijsdalingen, vooral in de categorie voeding en dranken. LCG noteerde in de tweede week van mei een daling van 1,6%, de grootste daling in vijf jaar, met aanzienlijke dalingen in zuivel, vlees en groenten.

Econviews rapporteerde op zijn beurt een daling van 0,2% in zijn GBA-mandje, terwijl Equilibra een deel van de daling toeschreef aan Hot Sale-promoties. FMyA registreerde eveneens een deflatie van 0,2% in zijn wekelijkse index.

De gemiddelde prognose voor de inflatie in mei varieert van 2,2% (Eco Go) tot 1,5% (op basis van impliciete informatie over obligaties), waarbij enkele optimistischere scenario's cijfers van rond de 1% in 2026 suggereren.

In mei begonnen bedrijven en ondernemingen in verschillende sectoren hun prijzen aan te passen. Dit gebeurde zonder luide aankondigingen, maar had wel concrete gevolgen. In sectoren als de bouw, elektronica en kleding werden dalingen genoteerd die niet te wijten waren aan seizoensinvloeden, maar aan een noodzaak: verkopen. Sommige leveranciers, dankzij lagere belastingdruk en kortere importtijden, zagen ruimte om de prijzen te verlagen zonder dat dit ten koste ging van de winstgevendheid.

Het was geen gecoördineerde strategie, maar eerder een reeks verspreide beslissingen die, in combinatie, het landschap begonnen te veranderen. Op de interne whiteboards van veel bedrijven ligt de prioriteit niet langer bij het benadrukken, maar bij het handhaven van de flow.

Een relevant signaal kwam van Aluar. De grootste aluminiumproducent van het land besloot de prijzen te verlagen om van zijn voorraad af te komen. Dit was geen op zichzelf staand geval: uit marktonderzoek blijkt dat meerdere bedrijven hun prijzen hebben aangepast zonder op richtlijnen te wachten. De stabiele wisselkoers en de verbeterde logistieke omstandigheden zorgden ervoor dat deze beweging mogelijk werd.

De financiële markt begon op haar beurt iets te interpreteren dat eerder onwaarschijnlijk leek. De verwachte inflatie, gemeten aan de hand van het verschil tussen CER-aangepaste obligaties en obligaties met een vaste rente, liet een trendbreuk zien. De voorspelde curven laten een progressieve daling zien die, indien deze aanhoudt, de maandelijkse inflatie in 2026 dicht bij 1% zou kunnen brengen.

Het is niet zomaar een voorspelling: erachter ligt een macro-economische situatie die niet langer een belofte was, maar zich begon te consolideren. Begrotingsevenwicht, afwezigheid van emissie en stabiele wisselkoersen kenmerken een nieuw regime. En het opmerkelijke is dat hiervoor geen noodplan nodig was. Voor nu is het voldoende om op koers te blijven.

elintransigente

elintransigente

Vergelijkbaar nieuws

Alle nieuws
Animated ArrowAnimated ArrowAnimated Arrow