Kopercrisis: Sheinbaum confronteert Trump met importheffing van 50%

De regering van president Claudia Sheinbaum kampt met een ernstige diplomatieke en economische crisis. De Verenigde Staten hebben een straftarief van 50% op Mexicaanse koperimport aangekondigd, een maatregel die een belangrijke nationale industrie bedreigt en buiten de USMCA om wordt opgelegd.

Mexico-Stad – De regering van president Claudia Sheinbaum, die nog maar net aan haar ambtstermijn is begonnen, bevindt zich midden in een handelsstorm. De Amerikaanse regering, onder leiding van Donald Trump, heeft de invoering aangekondigd van een importheffing van 50% op koper. Deze maatregel is rechtstreeks gericht op een van Mexico's belangrijkste productiesectoren en zou op 1 augustus ingaan.

Dit eenzijdige besluit vormt de eerste grote test van de economische en diplomatieke strategie van de nieuwe Mexicaanse regering en dwingt haar tot spoedonderhandelingen. Hiervoor heeft ze al een delegatie op hoog niveau naar Washington D.C. gestuurd, bestaande uit de ministers van Economie, Financiën en Buitenlandse Zaken.

De dreiging is niet gering. Mexico is een grootmacht in de koperproductie en staat op de tiende plaats ter wereld. De industrie, geconcentreerd in staten zoals Sonora, Zacatecas en San Luis Potosí, is niet alleen een essentiële bron van buitenlandse valuta, maar ook de bron van inkomsten voor duizenden gezinnen.

De handelsbetrekkingen in deze sector zijn ook gunstig voor Mexico. Het land handhaaft een positieve handelsbalans met de Verenigde Staten in de kopersector, goed voor meer dan $ 2,5 miljard per jaar. Een importheffing van 50% dreigt dit voordeel te ondermijnen en de levensvatbaarheid van veel mijnbouwactiviteiten in gevaar te brengen.

De koperheffing heeft een verontrustende realiteit aan het licht gebracht: de overeenkomst tussen de Verenigde Staten, Mexico en Canada (USMCA) lijkt niet het waterdichte schild te zijn dat ervan werd verwacht. Door deze maatregel eenzijdig en buiten de geschillenbeslechtingsmechanismen van het verdrag op te leggen, behandelt de regering-Trump Mexico alsof het geen strategische partner is, maar slechts een handelstegenstander.

Deze gebeurtenis vindt plaats op een delicaat moment, met de formele herziening van de USMCA gepland voor 2026 en te midden van een klimaat van onzekerheid vanwege het zogenaamde "Trump-effect" op de bilaterale betrekkingen. De kopercrisis draait dus niet alleen om één metaal; het gaat om de geloofwaardigheid en effectiviteit van Noord-Amerika's belangrijkste handelsovereenkomst.

In het licht van de crisis debatteren experts over de Mexicaanse strategie. Aribel Contreras, coördinator van het Global Business-programma aan de Universidad Iberoamericana, betoogt dat de Mexicaanse reactie krachtiger moet zijn. Ze stelt dat alleen naar Washington reizen niet voldoende is en pleit voor een verandering in de "diplomatieke architectuur", waarbij alle niveaus, van ambassades tot consulaten, worden ingezet om rechtstreeks te onderhandelen met Amerikaanse staten die afhankelijk zijn van Mexicaans koper.

Roberto Zepeda van het Center for North American Research van de UNAM suggereert daarentegen dat de electorale context in de Verenigde Staten paradoxaal genoeg gunstig zou kunnen zijn. Hij gelooft dat de nabijheid van de tussentijdse verkiezingen Mexico invloed zou kunnen geven in de onderhandelingen, aangezien sommige belangrijke staten voor Trump zich tegen invoerrechten zouden kunnen verzetten om hun eigen economie te beschermen.

De manier waarop de regering van Sheinbaum met deze complexe situatie omgaat, zal niet alleen de toekomst van de koperindustrie bepalen, maar ook de toon en aard van de relatie met de noordelijke buur voor de komende jaren.