Allergieën treffen meer dan drie miljoen mensen in Portugal

Wat de meest voorkomende allergieën betreft, beroept de immunoallergoloog zich op gegevens uit epidemiologische studies die de wereldwijde prevalentie van rhinitis bij 30% van de bevolking, allergische astma bij 10%, voedsel- en geneesmiddelenallergieën bij maximaal 5% en anafylaxie en allergie voor vliesvleugelig gif (van bijen en wespen) tussen 1% en 2% schatten.

Naast de impact op de levenskwaliteit wijst Ana Môrete erop dat "sommige allergieën zelfs dodelijk kunnen zijn, vooral wanneer ze anafylaxie veroorzaken". Voor de immunoallergoloog is dit de meest gevreesde allergische reactie omdat deze plotseling en potentieel dodelijk is en tegelijkertijd de huid, de luchtwegen, het cardiovasculaire en het maag-darmstelsel kan aantasten". Anafylaxie kan worden veroorzaakt door voedsel – zoals melk, eieren, pinda's, noten, schaaldieren en vis –, medicijnen – met name ontstekingsremmers en bètalactamantibiotica – of door steken van vliesvleugeligen.

Juist om het bewustzijn rond deze allergische reactie te vergroten, is het motto van de Wereld Allergieweek (van 29 juni tot en met 5 juli) dit jaar: "anafylaxie, een vermijdbare bedreiging". "Anafylaxie wordt vaak ondergediagnosticeerd en ondergewaardeerd. Het is daarom erg belangrijk om de vroege tekenen te herkennen, patiënten, verzorgers en zorgprofessionals te leren hoe ze snel kunnen handelen en het gebruik van zelfinjecteerbare adrenaline te stimuleren. Dit kan levens redden, stigmatisering en angst verminderen en patiënten in staat stellen om veilig te leven", benadrukt Ana Môrete.

Nog steeds in het kader van Wereldallergiedag geeft de voorzitter van SPAIC een laatste waarschuwing: "Gedreven door omgevings- en leefstijlfactoren is de trend in de komende jaren een toename van de incidentie en ernst van allergieën." De immunoallergoloog legt uit waarom: "De recente klimaatveranderingen op onze planeet, met name de opwarming van de aarde, veroorzaken steeds vroegere bloeiperiodes en -pieken en langere bestuivingsperiodes met een toename van de jaarlijkse pollenproductie. Dit vertaalt zich in een langer en moeilijker allergieseizoen met een aanzienlijke pollenaanwezigheid in de herfst. Bovendien zorgen hogere ozon- en koolstofdioxidegehaltes, evenals andere weersomstandigheden, zoals zandstormen, die ons land nu regelmatig treffen, voor de uitstoot van fijnstof, wat leidt tot een verhoogd risico op allergische en luchtwegaandoeningen."

Deze klimaatveranderingen bevorderen verder de vervuiling van de buitenlucht, langere blootstelling aan pollen en een grotere vatbaarheid voor infecties, waardoor allergische aandoeningen zich vaker manifesteren, langer duren en ernstiger worden. Ook veranderende voedingspatronen, met een grotere consumptie van bewerkte voedingsmiddelen en blootstelling aan nieuwe ingrediënten, kunnen bijdragen aan de toename van voedselallergieën.