MIJN LEVEN IN EEN TUIN door Carl Gorham: De natuur? Het verpest je tuin.

Door Constance Craig Smith
Gepubliceerd: | Bijgewerkt:
Mijn leven in een tuin is nu verkrijgbaar bij de Mail Bookshop
Wat is ontspannender en bevredigender dan tuinieren?
Frisse lucht, planten, vogelgezang, het gezoem van een grasmaaier... geen wonder dat er nauwelijks een aflevering van Gardeners' World voorbijgaat zonder dat Monty Don ons ernstig verzekert dat 'tuinieren goed is voor je geestelijke gezondheid'.
Maar de realiteit is dat tuinieren ook enorm frustrerend en teleurstellend kan zijn.
Planten worden opgegeten door slakken, onkruid groeit in overvloed en uw zorgvuldig verzorgde zaailingen verwelken en sterven op mysterieuze wijze.
Het is dan ook verfrissend om een memoire te lezen die, hoewel gecentreerd rond het herstel van een tuin, geschreven is door iemand die het nut van tuinieren gewoon niet inziet. 'Je maakt iets moois in een tuin en de natuur verpest het,' moppert Carl Gorham. Verre van een helende interactie met de natuur, beschouwt hij werken in de tuin als 'een sombere, repetitieve reeks vieze klusjes'.
Hij is zó ongeïnteresseerd in tuinieren dat toen hij een aantal jaren in een appartement in Zuid- Londen woonde, waar twee verbrande matrassen in de voortuin lagen, het niet bij hem opkwam om ze te verplaatsen.
Toch werd hij in 2005 eigenaar van een huis in Norfolk met een tuin van ruim 1,2 hectare met 'hagen, perken, struiken, planten, een verzonken vallei, een beukendoolhof, een vuurplaats en negen gazons'.
Hij en zijn vrouw Vikki hadden het pand impulsief gekocht, gefascineerd door het beeld van het verbouwen van hun eigen groenten, het houden van feestjes in de tuin en het slapen onder de sterrenhemel in de zomer.
Het feit dat ze zo'n plek hadden, was een teken van vertrouwen in de toekomst: Vikki had jarenlang kankerbehandelingen ondergaan en leek nu in remissie te zijn.
Helaas overleed ze plotseling, twee jaar nadat ze het huis kochten.
Vanaf dat moment stond Gorham voor de ene uitdaging na de andere. Hij worstelde niet alleen met zijn verdriet en de opvoeding van zijn jonge dochter, maar ook met de dood van zijn moeder, zijn eigen strijd tegen kanker en vervolgens een zenuwinzinking.
Levenswerk: Carl in zijn soms geliefde tuin
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de tuin werd verwaarloosd en 'een kruipende, sombere aanwezigheid werd die zich naar alle kanten uitstrekte als een invasieleger'.
Uiteindelijk besloten hij en zijn nieuwe partner, Emma, dat het huis onbetaalbaar was en verhuurd moest worden. Gorham kreeg de leiding over het herstel van de tuin, en zijn verslag van zijn mislukte pogingen om de tuin weer op orde te krijgen, vormt de kern van dit warme, grappige en soms ontroerende boek.
Hij haalt de nodige ironische humor uit zijn worstelingen met de tuin. Hij beschouwt die als 'een ongehoorzaam kind waar ik de zorg voor heb gekregen en dat ik niet kan kalmeren'.
Maar terwijl hij over de paden vol onkruid en langs de met braamstruiken overwoekerde borders zwoegt, komt hij erachter dat de tuin hem, ondanks zijn gebrek aan kennis, al 15 jaar lang, vol ups en downs, in leven heeft gehouden.
Langzaam maar zeker komt hij er vrede mee. Hij en de tuin zijn 'als twee oude rotten die hun meningsverschillen uit het verleden opzij hebben gezet en besloten samen te werken aan een laatste klus'.
Daily Mail