Richtlijnen. Portugal behoort tot de grootste overtreders.

Portugal kampt nog steeds met structurele vertragingen bij de omzetting van EU-richtlijnen. Van speciale belastingen tot de energie- en digitale sector, de zaken laten een terugkerende moeilijkheid zien bij het vertalen van Europese deadlines naar tijdige nationale wetgeving. De Europese Commissie (EC) voert de druk op, met verschillende lopende inbreukprocedures en formele kennisgevingen die financiële gevolgen kunnen hebben als de situatie aanhoudt.
Naast het goedkeuren van wetgeving is het ook noodzakelijk ervoor te zorgen dat EU-bepalingen daadwerkelijk worden opgenomen en in de praktijk worden toegepast. Brussel heeft al verschillende inbreukprocedures tegen Portugal ingeleid, waardoor het land tot de lidstaten behoort met een van de hoogste omzettingsachterstanden in de Europese interne markt: 1,0%, boven het EU-gemiddelde van 0,8%, volgens het scorebord van de interne markt van 2025, met gegevens tot en met december 2024.
Uit cijfers van de Europese Commissie over de omzettingskloof in de lidstaten blijkt dat Portugal in de top 5 staat, alleen overtroffen door België, Bulgarije, Spanje en Polen. De trends in de omzettingskloof zijn echter sinds 2021 afgenomen en slechts licht gestegen tussen 2023 en 2024. En wat betreft de nalevingskloof bevindt Portugal zich min of meer in het midden van de ranglijst.
De Europese Commissie benadrukt dat het tekort niet beperkt blijft tot het aantal ontbrekende richtlijnen, maar ook de onvolledige of onjuiste omzetting van EU-wetgeving omvat. In sommige gevallen kunnen er dan ook aanzienlijke boetes worden opgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU), waarmee Portugal tot de landen met de hoogste non-compliancepercentages behoort.
Er zijn meerdere gevallen. Afgelopen november werd bekend dat Portugal mogelijk 100 miljoen euro moet betalen voor het niet omzetten van de richtlijn inzake speciale beschermingszones (SBZ's). De vertraging bedroeg meer dan 30 jaar, maar de huidige regering keurde dit jaar wetgeving goed die deze boete voorkwam.
Bij zonsopgang betoogde de regering dat zij "een zware last had opgelopen met betrekking tot inbreukprocedures vanwege het niet omzetten of implementeren van Europese verordeningen. Het totaal aantal inbreukprocedures bedroeg op dat moment 64 (waarvan er 21 nog moesten worden afgewezen)."
Deze laatste twee regeringen, onder leiding van Luís Montenegro, zo voegt hij toe, "hebben zich voortdurend ingespannen om de nodige stappen te ondernemen voor de omzetting of uitvoering van deze wetten", en hij stelt dat "dit werk hen in staat heeft gesteld de eerder waargenomen trend om te keren, zij het onder invloed van de ontbinding van de Assemblee van de Republiek."
Volgens de uitvoerende macht bedraagt het aantal actieve procedures tot nu toe 59, waarvan 21 procedures in afwachting zijn van archivering. De uitvoerende macht bevestigt dat het omzettingstekort in 2024 1% bedroeg, waarmee de EU-doelstelling werd gehaald, "maar in 2025 bedraagt het voorlopige tekort 2,4%, wat te wijten is aan de eerder genoemde ontbinding van de Assemblee van de Republiek, met als gevolg het vervallen van de wetgevingsvoorstellen die op dat moment bij de Assemblee aanhangig waren, en aan het feit dat de regering ongeveer drie maanden in een demissionaire rol zat, waardoor de noodzakelijke voortgang van de wetgevingsprocedure werd verhinderd."
Op vragen over de moeilijkheidsgraad bij de omzetting van de reeds lang uitgestelde richtlijnen stelt de regering dat het proces van omzetting en implementatie van Europese verordeningen "een zeer complex politiek-juridisch proces vormt, dat een voortdurende afstemming vereist tussen het recht van de Europese Unie en het nationale rechtsstelsel." Zij voegt eraan toe dat, naast de systematische monitoring van wetgevingsprojecten die op Europees niveau in ontwikkeling zijn, "er nog steeds een aanzienlijk aantal reeds goedgekeurde verordeningen zijn die omzetting of implementatie behoeven." De voltooiing van deze processen, zo stelt zij verder, "vereist nauwe coördinatie tussen meerdere overheidsinstanties, alsook samenwerking met vertegenwoordigers van de private sector, om de coherentie van de regelgeving, de effectiviteit van de regelgeving en de juiste integratie van Europese bepalingen in de nationale juridische, economische en institutionele context te waarborgen."
Kijkend naar de cijfers van dit jaar, voegt hij eraan toe, zijn er 19 EU-richtlijnen omgezet in Portugees recht en wordt de archivering van 21 inbreukprocedures door de Europese Commissie verwacht. "De regering heeft 10 wetsontwerpen ingediend bij de Assemblee van de Republiek voor de omzetting of implementatie van normatieve handelingen van het EU-recht, die wachten op planning voor bespreking en goedkeuring", concludeert hij.
De zaak is voor de rechter gebracht.
Medio dit jaar waarschuwde de Europese Commissie Portugal voor tekortkomingen bij de omzetting van verschillende richtlijnen van de Europese Unie, zoals die met betrekking tot hernieuwbare energie, afvalwater, verzekeringen en wegvervoer.
De Portugese regering was zich bewust van deze situatie en kondigde aan dat zij "met de grootste spoed" een reeks richtlijnen zou omzetten, nadat de Europese Commissie had besloten het land voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen wegens niet-naleving. Het ging onder meer om de Richtlijnen (EU) 2020/262 en (EU) 2020/1151, betreffende accijnzen, met name op alcohol en alcoholische dranken – waarvan de omzettingstermijn eind 2021 verstreek.
De regering heeft echter aan de kwestie gewerkt en de president vaardigde op 6 oktober 2025 het decreet uit dat de uitvoerende macht machtigde om de Accijnzenwet aan te passen aan de Europese richtlijnen. Het decreet, dat al in het Staatsblad is gepubliceerd, wijzigt "verschillende regels die van toepassing zijn op het verkeer van accijnzen", en voldoet daarmee gedeeltelijk aan Richtlijn (EU) 2020/262.
De Europese Commissie besloot in oktober ook een zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie tegen Portugal, omdat het de EU-regels inzake de detachering van chauffeurs in de wegvervoersector, Richtlijn (EU) 2020/1057, niet in nationaal recht had omgezet. De omzettingstermijn verstreek in februari 2022 en alleen Portugal en Bulgarije voldeden niet aan de richtlijn. Volgens Brussel "waren de inspanningen van de nationale autoriteiten tot nu toe onvoldoende en daarom heeft de Commissie besloten een zaak aanhangig te maken tegen Bulgarije en Portugal bij het HvJ-EU, met het verzoek om financiële sancties op te leggen."
Andere gevallen
Tot de meest relevante zaken behoren richtlijnen die essentiële regels definiëren voor de interne energiemarkt en voor de groene en digitale transitie, zoals de richtlijn hernieuwbare energie (EU) 2018/2001 en (EU) 2023/2413, de richtlijn elektriciteitsmarkt (EU) 2019/944 en de NIS2-richtlijn (EU) 2022/2555 inzake cyberbeveiliging. In verschillende van deze zaken heeft de Europese Commissie reeds met redenen omklede adviezen uitgebracht, de laatste stap vóór een procedure bij het HvJ-EU.
De energiesector is een van de sectoren met de meeste vertragingen. Brussel beschuldigt Portugal van onvolledige of late omzetting van richtlijnen die de interne elektriciteitsmarkt reguleren en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen bevorderen. De meest recente, Richtlijn (EU) 2023/2413 (RED III), die de doelstellingen voor schone energie versterkt, had een omzettingstermijn van 21 mei 2025, een datum die niet werd gehaald. Brussel heeft de Portugese regering al op de hoogte gesteld van het niet meedelen van de genomen maatregelen, wat de weg vrijmaakt voor een formele inbreukprocedure.
In september 2025 kondigde de regering van Luís Montenegro echter de opening aan van een openbare raadpleging over de wetgeving ter omzetting van de richtlijn hernieuwbare energie. Volgens minister van Milieu en Energie, Maria da Graça Carvalho, "is dit een beslissende fase in het proces van de omzetting van een cruciale Europese richtlijn voor de implementatie van het nationale energiebeleid, waarmee Portugal zich aansluit bij internationale verplichtingen op het gebied van energietransitie en decarbonisatie."
Ook de Europese richtlijn voor de regulering van de elektriciteitsmarkt, die in januari van dit jaar afliep, is nog niet definitief. Desondanks heeft de regering deze week het wetsontwerp ter consultatie voorgelegd.
Op digitaal gebied was de omzetting van Richtlijn NIS2 (EU) 2022/2555, die minimumvereisten voor cyberbeveiliging voor bedrijven en overheidsinstanties vaststelt, eveneens niet voltooid vóór de deadline van 17 oktober 2024. Portugal ontving in mei een 'met redenen omkleed advies' van de Commissie omdat het land geen nationale maatregelen had meegedeeld. Desondanks keurde de Assemblee van de Republiek in september Wet nr. 59/2025 goed, waarmee de regering werd gemachtigd de omzetting, die zich momenteel in de regelgevingsfase bevindt, te voltooien.
Een ander relevant dossier betreft kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's). Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2023/2775, die de jaarrekeningrichtlijn 2013/34/EU wijzigt, actualiseert de criteria voor bedrijfsomvang en past de balanslimieten, de omzet en het aantal werknemers aan de inflatie aan. Portugal heeft de omzetting niet vóór de deadline van 24 december 2024 gemeld, wat ertoe leidde dat de Europese Commissie begin 2025 een met redenen omkleed advies over de niet-naleving uitbracht.
Deze richtlijn is vooral belangrijk omdat deze het boekhoudkundige en fiscale kader voor duizenden Portugese MKB-bedrijven bepaalt en van invloed kan zijn op hun verplichtingen op het gebied van controle en financiële verslaglegging.
Als we naar deze vertragingen kijken, behoort Portugal tot de landen met het hoogste aantal inbreukprocedures die zijn geopend vanwege vertragingen in de omzetting.
Volgens officiële gegevens hebben de belangrijkste lopende zaken betrekking op belastingen (speciale belastingen), wegvervoer, energie, digitalisering en het midden- en kleinbedrijf. Als de vertragingen aanhouden, zou het Hof van Justitie van de Europese Unie aanzienlijke financiële sancties kunnen opleggen – een risico dat de regering zelf al publiekelijk heeft erkend.
Terwijl Brussel druk uitoefent, probeert Lissabon de verloren tijd in te halen: tussen juni en oktober 2025 werd wetgeving goedgekeurd of ingevoerd op belangrijke gebieden zoals speciale belastingen, btw voor kleine bedrijven en cyberveiligheid.
Het is nog maar de vraag of de nationale implementatie gelijke tred zal houden met de eisen van de Europese doelstellingen en of Portugal er eindelijk in zal slagen om van de lijst van lidstaten die achterlopen bij de omzetting van het Europees recht, af te komen.
Jornal Sol




