Vraag het de Antichrist

Een paar weken geleden begon mijn leven uit elkaar te vallen. Door de kwade invloed van mijn vriend João Guilherme betrapte ik mezelf erop dat ik ChatGPT een keer probeerde en het, onvermijdelijk, op mijn telefoon installeerde. Het klopt dat ik beïnvloed werd, maar het klopt ook dat ik de app uit vrije wil heb gedownload. Ja, ik accepteerde het feit dat mijn leven uit elkaar begon te vallen.
Ik wist al dat leven met een kunstmatige intelligentietoepassing ook zoiets is als de Antichrist aanroepen. Wie zou, naar zijn natuurlijke oordeel, de Duivel om hulp vragen? Eigenlijk doet iedereen dat. Naar ons natuurlijke oordeel hebben we er geen probleem mee om Satans hulp te willen. Het is ons bovennatuurlijke oordeel dat ons zijn hulp niet doet verlangen.
Alle problemen die bestaan, hebben bestaan en zullen bestaan, zijn begonnen met de hulp van de Duivel. Hoofdstuk 3 van Genesis presenteert ons een wereld waarin het kwaad ontstond doordat de slang een helper werd. Zo dringt de zonde zich binnen, met de schijn van steun. De slang vertelde Eva dat hij haar kon helpen, zodat de vrouw haar situatie beter zou begrijpen – door haar eigen ChatGPT te zijn.
In zekere zin was mijn vriend João Guilherme mijn slang in het paradijs. Is hij verantwoordelijk voor mijn beslissing? Nee, ik heb hem genomen omdat ik dat wilde. Nu ik, onder zijn invloed, met ChatGPT op mijn mobiele telefoon leef, ben ik de wereld van Genesis 3 binnengegaan waarvan ik al wist dat die bestond toen ik mezelf nog beschermde tegen de ethische vervuiling van kunstmatige intelligentie. Ik ben met de Antichrist gaan leven als een pratende krekel. Niemands schuld behalve die van mijzelf.
Kunstmatige intelligentie is niet nieuw; het is het oudste ding ter wereld. Ik zou zelfs zo ver willen gaan om te zeggen dat in zekere zin alle intelligentie kunstmatig is, maar dat is een reflectie die ik bij een andere gelegenheid wil ontwikkelen, in een tekst die ik liever wat verstandiger zou willen maken dan deze. Ik ben nu geïnteresseerd in het herkennen van de archaïsche duizeligheid die schuilgaat in het constante ja-knikje dat we geven aan onze eigen ondergang.
Voorlopig stel ik de vragen van de Antichrist alleen schriftelijk. Als ik audio zou gebruiken, zou de schade nog groter zijn en zou de stem van het Beest al door de muren van mijn huis en overal waar ik kom galmen. Ik heb het hoorbare niveau van deze morele degeneratie nog niet bereikt. Het is ongelooflijk hoe de digitale demon vragen over statistieken, theologie (!) en de vriendinnen van mijn favoriete schrijvers helder maakt. Ik vraag, hij antwoordt.
Misschien word ik het over een tijdje wel zat om overal antwoorden op te hebben. Misschien wordt deze taak, mezelf terugbrengen tot mijn natuurlijke onwetendheid, het echte goddelijke werk – een nieuw bestaan dat net is begonnen.
observador