Deutsche Bahn in crisis: er is nog een lange weg te gaan – een commentaar

Je zou deze week niet per se in de schoenen van spoorwegdirecteur Richard Lutz willen staan: maandag reisde hij met weemoed naar de plek waar de avond ervoor een modderstroom over de rails stroomde, waarbij een regionale trein ontspoorde en drie mensen omkwamen. De beelden van de vastgelopen wagons zijn bewaard gebleven.
De precieze oorzaken van het ongeval in Riedlingen worden nog onderzocht, maar het gevaar dat steeds extremer weer ook voor het spoor vormt, is tragisch genoeg aangetoond. Niet alleen het onderhouden van de vaak overbelaste infrastructuur, maar ook het regelmatig monitoren en beschermen ervan tegen bijvoorbeeld hevige regenval, is een tijd- en geldverslindende taak. Maar het is van vitaal belang. En volgens het kabinetsbesluit over de begroting moet er nu geld naar het spoor stromen.
Donderdag werden de gemengde halfjaarcijfers gepubliceerd. Het bedrijf in overheidshanden boekt nog steeds een verlies van drie cijfers in de miljoenen euro. Hoewel het verlies, met € 239 miljoen, aanzienlijk lager is dan in het rampzalige voorgaande jaar, blijft de weg naar winstgevendheid voor Deutsche Bahn, ondanks de voorzichtige ommekeer, lang en hobbelig.
Ook andere doelstellingen boeken slechts kleine vooruitgang, zoals de worstelende langeafstandstreinsector. De capaciteitsbenutting van langeafstandstreinen zal naar verwachting op middellange termijn minstens 50 procent bereiken. Momenteel ligt dat op 46 procent. Er is dus ruimte voor verbetering. Treinen die op korte termijn uitvallen, komen echter steeds weer voor – en dat irriteert reizigers aanzienlijk meer dan wanneer ze vooraf geïnformeerd zouden worden over alternatieve diensten, zelfs als die alternatieven langere reistijden met zich meebrengen.

Deutsche Bahn wil het Duitse spoorwegnet fundamenteel verbeteren. Hoewel dit in eerste instantie goed klinkt, moeten treinreizigers op de route tussen Hamburg en Berlijn de komende tijd op hun hoede zijn.
Ook qua stiptheid loopt de Duitse spoorwegen achter: slechts 63 procent van de langeafstandstreinen had in de eerste helft van het jaar minder dan zes minuten vertraging – en dus volgens de definitie van DB op tijd. De streefwaarde ligt tussen de 65 en 70 procent. Het verouderde spoorwegnet en de constante stroom nieuwbouw zijn opnieuw de oorzaak van deze vertraging.
Tegen deze achtergrond is het volgende grote infrastructuurproject dat DB vrijdag lanceert een uitdaging: de algehele renovatie van de ongeveer 280 kilometer lange lijn Hamburg-Berlijn, inclusief een volledige sluiting gedurende negen maanden.
Alleen al de langeafstandsroute, die van augustus tot en met mei wordt omgeleid, wordt regelmatig door 30.000 forenzen gebruikt. Dit betekent dat zij in de toekomst zo'n 45 minuten langer moeten reizen. Vergeleken met de omleidingen die veel lokale forenzen moeten maken, is dit nog steeds een kleine verandering. Het regionale verkeer wordt vrijwel volledig met de bus vervoerd en de reistijden voor iedereen die vanuit Brandenburg of Mecklenburg-Vorpommern naar zijn werk in Berlijn of Hamburg moet reizen, nemen enorm toe.
De komende negen maanden zullen uitwijzen of deze enorme inspanning uiteindelijk succesvol zal zijn en of mensen opnieuw overtuigd kunnen worden van de levensvatbaarheid van Deutsche Bahn in de toekomst. Een lakmoesproef voor Deutsche Bahn en de weg terug uit de crisis.
rnd